Een RTK Internet meting starten

  1. De GNSS ontvanger opstellen en verbinden.
  2. Als u correcties van één basisstation ontvangt, start u de base ontvanger.
  3. Zorg dat in Trimble Access de gewenste job geopend is.
  4. Om de meting te starten, tikt u op en selecteert u Meten of Uitzetten. Als er meer dan één meetmethode geconfigureerd is, selecteert u een meetmethode in de lijst. Selecteer de software functie die u wilt gebruiken, bijvoorbeeld Meet punten.

    Wanneer u een meetmethode de eerste keer selecteert, vraagt de software u de meetmethode voor uw specifieke hardware aan te passen.

    Als u het modem in de bedieningseenheid gebruikt om met het Internet te verbinden en het is:

    • al verbonden, dan gebruikt de bedieningseenheid de bestaande verbinding voor de base data.
    • nog niet verbonden, dan opent de bedieningseenheid een Internet verbinding via de verbinding die in de meetmethode ingesteld is.
  5. Als het keuzevakje Vragen om GNSS contact in uw meetmethode aangevinkt is, wordt u gevraagd het GNSS contact dat u wilt gebruiken te selecteren.

  6. Als Direct verbinden met Mountpoint of de naam van het NTRIP mountpoint niet geconfigureerd is in het GNSS contact, of het opgegeven mountpoint niet toegankelijk is, wordt u gevraagd het mountpoint te selecteren waarvan u correcties wilt ontvangen.

    Het bericht Bezig netwerkverbinding tot stand te brengen verschijnt. De software maakt verbinding met het mountpoint en start vervolgens de meting. Als de correctie dataverbinding tot stand is gebracht, verschijnt het netwerkverbinding symbool op de statusbalk.

    Wanneer u het interne modem van een SP80 ontvanger gebruikt en de eerste poging tot verbinden mislukt, moet u mogelijk tot een minuut wachten tot het modem ingeschakeld en geïnitialiseerd is voordat u opnieuw kunt proberen te verbinden.

    Als er base correcties worden ontvangen en er voldoende satellieten zijn, wordt de meting automatisch geïnitialiseerd met behulp van de on-the-fly initialisatiemethode. Indien nodig kunt u initialiseren op een bekend punt.

  7. Als u een ontvanger met IMU tiltcompensatie gebruikt, moet u de IMU aligneren.

  8. Nu kunt u punten meten of uitzetten.