Een RTX meting starten

  1. Start de meting met de RTK meetmethode die u voor RTX hebt geconfigureerd. Zie Een RTX meting configureren.

    Als er data van de RTX correctieservice wordt ontvangen via:

    • RTX (SV signalen), verandert het radiosymbool in een RTX symbool en verschijnt RTX op de statusregel.
    • een Internet verbinding, verschijnt het symbool Netwerkverbinding .
  2. De convergentietijd verkorten m.b.v. RTX QuickStart:
    1. Tik op QStart in het scherm RTX status.

      QuickStart is niet beschikbaar in RTX metingen als IMU tiltcompensatie ingeschakeld is.

    2. Druk op Start. De Start knop verschijnt alleen als er RTX posities worden berekend.
    3. Stel de ontvanger op het bekende punt op en voer de details van het punt in, of selecteer het in de lijst.

      QuickStart punten moeten in termen van de Globale referentiedatum worden uitgedrukt. Dit betekent dat ze eerder moeten zijn gemeten m.b.v. de CenterPoint RTX correctieservice, of dat er een actuele, precies berekende RTX naar RTK offset in de job aanwezig is, of dat er in de job een lokale kalibratie in termen van RTX heeft plaatsgevonden.

  3. Wacht op het convergeren.

    Convergeren kan onder typische omstandigheden tot 30 minuten duren. RTX QuickStart convergeert typisch in minder dan 5 minuten.

    Wanneer het bericht Convergentie is verkregen verschijnt, kunt u beginnen met inmeten.

    Om het RTX status scherm te bekijken, tikt u in een RTX (SV) meting op . Tijdens een RTX (Internet) meting tikt u op RTX status in het Instrument menu.

  4. Als u een ontvanger met IMU tiltcompensatie gebruikt, moet u de IMU aligneren.

  5. Nu kunt u punten meten of uitzetten.

 

  • Ofschoon de RTX rover oplossing geconvergeerd kan zijn, voldoet hij mogelijk nog niet aan de precisie toleranties voor het meten van punten. Mogelijk moet u langer op een punt blijven om de gespecificeerde precisie tolerantie te bereiken, omdat de RTX rover oplossing meer moet convergeren als de rover in de statische modus werkt. Precisies voor metingen m.b.v. de Trimble Centerpoint RTX service zijn zeer gevoelig voor omgevingsinvloeden, zoals multipath, ionosferische scintillatie en met name troposferische omstandigheden en boomkruinen.
  • Om het precisieniveau waarop convergentie acceptabel is te wijzigen, schakelt u het vakje Auto tolerantie in het scherm Rover opties uit en voert u de waarden in die u wilt gebruiken.