Data in de job importeren
-
Tik op
en selecteer Job.
- In het scherm Jobs selecteert u de job waarin u data wilt importeren.
- Tik op Import. Het scherm Import verschijnt.
-
Selecteer het Bestandsformaat van het bestand dat u wilt importeren.
De opties zijn CSV of TXT formaat, of Surpac bestanden als u de Mijnen app gebruikt.
Om een job van een DC of JobXML bestand te maken, zie Een lokale job aanmaken.
-
Tik op
om naar het te importeren bestand te bladeren.
U kunt een bestand op elk beschikbaar station selecteren, zoals een netwerkstation of een USB-station.
Als de bedieningseenheid een Android apparaat is, kunt u gevraagd worden om Trimble Access lees- en schrijfbevoegdheid voor het USB-station te geven. Wanneer u op Ja tikt, verschijnt het Android scherm voor het selecteren van mappen. Tik op
in dat scherm, blader naar het USB-station en tik op [SELECTEREN]. Het USB-station verschijnt in het Trimble Access scherm Map selecteren. Als het bericht USB-station gedetecteerd niet verschijnt, of als u het bericht hebt gesloten, tikt u op de softkey USB-station selecteren zodra het USB-apparaat verbonden is.
- Selecteer het te importeren bestand in het scherm Selecteer een bestand. Druk op Accept.
- Om punten als grondslagpunten te importeren, selecteert u het vakje Punten als controle importeren.
- Als het geselecteerde bestand een kommagescheiden CSV of TXT bestand is:
- Gebruik de velden Punt naam, Punt code, Northing, Easting en Elevatie om elk veld aan het overeenkomstige veld in het bestand toe te wijzen.
- Als het bestand nul hoogten bevat, voert u de Nul elevatie waarde in.
In het veld Dubbel punt actie selecteert u de actie die de software moet uitvoeren als het bestand punten bevat met dezelfde naam als bestaande punten in de job. Selecteer:
- Overschrijven om de geïmporteerde punten op te slaan en alle bestaande punten met dezelfde naam te verwijderen.
- Negeren om de geïmporteerde punten met dezelfde naam te negeren, zodat die niet worden geïmporteerd.
- Nog een opslaan om de geïmporteerde punten op te slaan en alle bestaande punten met dezelfde naam te behouden.
- Als het vakje Uitgebreid geodetisch ingeschakeld is in de Cogo instellingen en u een CSV of TXT bestand selecteert, moet u het Coördinaten type van de punten in het bestand specificeren. Selecteer Grid punten of Grid (lokaal) punten.
- Als de punten in het bestand Grid (lokaal) punten zijn, selecteert u de gewenste transformatie om ze naar grid punten te transformeren:
Om de transformatie later toe te wijzen, selecteert u Niet toegepast, wordt later gedefinieerd. Druk op Accept.
Als u deze optie selecteert en u later een invoertransformatie aan dit bestand wilt toewijzen, moet u het bestand eerst ontkoppelen en daarna opnieuw koppelen.
- Om een nieuwe weergavetransformatie aan te maken, selecteert u Nieuwe transformatie aanmaken. Tik op Volgend en voer de benodigde stappen uit. Zie Transformaties.
- Om een bestaande weergavetransformatie te selecteren, selecteert u Transformatie selecteren. Selecteer de weergavetransformatie in de lijst. Druk op Accept.
- Druk op Accept.
- Tik op OK.