Uitgezette punten details
Configureer Als-uitgezet punt details in de meetmethode, of tik op Opties in het scherm Uitzetten.

Als u de verschillen wilt bekijken tussen het ontwerp punt en het uitgezette punt voordat u het punt opslaat, selecteert u het vakje Bekijken voor opslaan en kiest u vervolgens een van deze opties:
- Om altijd de verschillen te zien, zet u de Horizontale tolerantie op 0,000 m.
- Om de verschillen alleen te zien als de tolerantie overschreden wordt, zet u de Horizontale tolerantie op een geschikte waarde.
De uitzet delta waarden worden weergegeven als verschillen van het gemeten/uitgezette punt naar het ontwerp punt.

In het veld Formaat uitzetdelta's selecteert u een geschikt weergaveformaat.
Als u een R12i ontvanger gebruikt en de IMU gealigneerd is, zijn de delta's van toepassing op de meetstokpunt, niet op het antenne fasecentrum (APC).
De Trimble Access software ondersteunt door de gebruiker gedefinieerde uitzetrapporten, waarbij u de weergave van de uitzetinformatie kunt configureren in het scherm Bevestig uitzet delta's, dat verschijnt als u Bekijken voor opslaan selecteert. De inhoud en het formaat van de uitzetformaten wordt bepaald door XSLT stijlbladen.
Wanneer u meerdere uitzet stijlbladbestanden gebruikt, adviseert Trimble het Formaat van uitzetdelta's in te stellen. Tik op en selecteer Instellingen / Meetmethodes / <naam meetmethode> / Uitzetten om unieke formaten te creëren voor punten, lijnen, bogen, DTM's, hoogten, polylijnen en wegen. U kunt het formaat tijdens het uitzetten ook selecteren via Opties.
Door de gebruiker gedefinieerde uitzetrapporten kunnen de volgende voordelen bieden:
- belangrijke informatie kan het eerst worden getoond
- de data kan volgens de eisen van de gebruiker worden geordend
- informatie die niet nodig is, kan worden verwijderd
- extra data kan voor weergave worden berekend, bijvoorbeeld door constructie offsets op gerapporteerde waarden toe te passen
- de ontwerphoogte van een punt kan worden gewijzigd nadat de uitzetmeting voltooid is
- er kunnen maximaal 10 extra ontwerphoogten met individuele verticale offset waarden worden gedefinieerd en gewijzigd, waarbij uitgraven/ophogen voor elke extra ontwerphoogte wordt vermeld
Voor de vormgeving van het uitzetdelta's scherm zijn bovendien de volgende instellingen beschikbaar:
- de grootte van het lettertype voor aanwijzingen
- de grootte van het lettertype voor weergegeven waarden
- de kleur van het lettertype voor aanwijzingen
- de kleur van het lettertype voor weergegeven waarden

U kunt de naam voor het uitgezette punt instellen op één van de volgende:
- Ontwerp naam
- Ontwerp naam (met voorvoegsel)
- Ontwerp naam (met achtervoegsel)
- de volgende Automatische puntnaam
Bij de ontwerp naam opties met voor‑ of achtervoegsel vult u het veld Voorvoegsel/Achtervoegsel naar behoefte in.
De ontwerp naam opties zijn alleen beschikbaar bij het uitzetten van punten.
U kunt de code voor het uitgezette punt instellen op één van de volgende:
- Ontwerp naam
- Ontwerp code
- Laatst gebruikte code
- Ontwerp station en offset
- Ontwerpbestand attributen
Selecteer Ontwerpbestand attributen als u een item in een DXF, shapefile, LandXML of IFC bestand uitzet en de ontwerpbestand attributen voor het geselecteerde item bij het als-uitgezet punt wilt opslaan.
Voor Beschrijving wordt standaard het volgende gebruikt:
- Wanneer u een punt, lijn of boog met beschrijving uitzet, wordt voor de 'Als uitgezet' beschrijving van het punt standaard de beschrijving van het ontwerpitem gebruikt, tenzij Code als uitgezet ingesteld is op Laatst gebruikte code. In dat geval wordt de laatst gebruikte beschrijving gebruikt.
- Bij uitzetten van een weg m.b.v. de Wegen applicatie wordt voor de beschrijving altijd de laatst gebruikte gebruikt, ongeacht de instelling van Code als uitgezet.

Stel het keuzevakje Grid delta's opslaan in. Doe één van de volgende dingen:
- Vink het vakje aan om de delta's van northing, easting (Y, X) en hoogte tijdens het uitzetten weer te geven en op te slaan.
- Schakel het vakje uit om de delta's als horizontale afstand, verticale afstand en azimut weer te geven en op te slaan.
Als u een door de gebruiker gedefinieerd uitzetrapport gebruikt, wordt de optie Grid delta's opslaan niet gebruikt, tenzij ernaar wordt verwezen in uw rapport.