Tunnels

De Trimble® Tunnels software is specifiek ontwikkeld voor inmeten in tunnels.

Gebruik Tunnels om:

  • Definiëren van een tunnel
    • Verfijnen van tunnel componenten, zoals horizontale en verticale alignementen, sjablonen en rotatie, of om een definitie uit een LandXML bestand te importeren.
    • Kopvlak springgaten en uitzetposities definiëren die typisch voor boutgaten worden gebruikt.
    • Bekijken van de tunnel alvorens onder de grond te gaan.
  • Inmeten van een tunnel
    • Auto scan van dwarsprofielen uitvoeren, o.a. met opties voor handmatig meten en punten verwijderen.
    • Posities relatief t.o.v. de tunnel definitie meten.
    • Vooraf gedefinieerde posities uitzetten.
    • Positioneren van machines, zoals een tunnelboor, ten opzichte van de tunnel.
  • Uitvoer en rapporten
    • Automatisch gescande en handmatig gemeten punten bekijken.
    • Uitgezette punten bekijken.

Werken met Tunnels

Wanneer u een meting start, wordt u gevraagd de meetmethode te selecteren die u voor uw uitrusting hebt geconfigureerd.

Om tussen applicaties te wisselen, tikt u op het applicatie symbool op de statusbalk en daarna selecteert u de applicatie waarnaar u wilt wisselen. U kunt ook op tikken, daarna op de naam van de app die u momenteel gebruikt tikken en vervolgens de applicatie waarnaar u wilt overschakelen selecteren.

Om de tunnel te definiëren en in te meten met gebruikmaking van de term 'chainage' in plaats van 'station' voor de afstand in de tunnel, selecteert u in het hoofdmenu van Trimble Access Instellingen / Taal en vervolgens selecteert u het vakje Gebruik chainage afstand terminologie.