Echolood instrumenten

Er is een ESD bestand voor elk echolood apparaat dat standaard wordt ondersteund aanwezig in de map C:\ProgramData\Trimble\Trimble Data\System Files. Om het ESD bestand te wijzigen, gebruikt u een tekst-editor. De naam van het ESD bestand verschijnt in het veld Type in het scherm Echolood.

De Trimble Access ondersteunt standaard de volgende modellen bathymetrische echolood instrumenten:

  • CeeStar Basic High Freq

    CeeStar echolood instrumenten met twee frequenties, BASIC uitvoerformaat, als de hoge-frequentie diepte moet worden opgeslagen. Het apparaat moet ingesteld zijn op uitvoer van 'voorvoegsels' en niet 'komma's' in de uitvoerdata Menu / Advanced / Prefix / Comma outfm ingesteld op [Use prefix].

  • CeeStar Basic Low Freq

    CeeStar echolood instrumenten met twee frequenties, BASIC uitvoerformaat, als de lage-frequentie diepte moet worden opgeslagen. Het apparaat moet ingesteld zijn op uitvoer van 'voorvoegsels' en niet 'komma's' in de uitvoerdata Menu / Advanced / Prefix / Comma outfm ingesteld op [Use prefix].

  • NMEA SDDBT apparaat

    Elk algemeen echolood apparaat dat de code NMEA DBT (Depth Below Transducer) kan uitvoeren. Het "talker ID" moet de standaard "SD" identificatie verzenden (zodat alle uitgevoerde regels beginnen met "$SDDBT,..". Trimble Access accepteert de data in voet, meter of vadem en converteert de waarden indien nodig.

  • SonarMite

    Elk SonarMite apparaat. Het apparaat wordt in 'Engineering mode' (uitvoerformaat 0) gezet en andere instellingen kunnen door Trimble Access worden aangepast.

Bij gebruik van een echolood om diepten vast te leggen die gelijk zijn aan nul, moet u de vlag allowZero="True" direct achter de vlag isDepth="True" invoegen. Bijvoorbeeld: "<Field name... isDepth="True" allowZero="True" />"