Opties voor GNSS-signalen volgen
Om waarnemingen van een GNSS constellatie in een real-time of postprocessed meting te gebruiken, moet u volgen inschakelen voor elk signaaltype dat u wilt gebruiken in de schermen Rover opties en Base opties. Bij een real‑time meting worden de gevolgde signalen in de RTK datastream verzonden. Bij een postprocessed meting worden de gevolgde signalen in de gelogde data opgeslagen.
- GNSS signalen die door de rover ontvanger worden gevolgd, moeten ook door de base ontvanger worden gevolgd.
- Als u het volgen van satellietsignalen inschakelt die niet door de base worden gevolgd of aanwezig zijn in de RTK berichten die van de base komen, dan worden die signalen door de rover niet in RTK gebruikt.
- Om de batterij van de ontvanger te sparen, moet u alleen die signalen inschakelen die beschikbaar zijn in de base data die u gaat gebruiken.
- GNSS metingen met firmware versies vóór 6.00 moeten ofwel GPS of BeiDou waarnemingen bevatten. Wanneer u GPS in een GNSS meting uitschakelt, wordt BeiDou automatisch ingeschakeld.

Bij een real-time meting is het keuzevakje GPS alleen beschikbaar als het Uitzend formaat ingesteld is op:
- RTCM RTK
- Multistation RTCM
- CMRx formaat
Om het gebruik van GPS in dergelijke metingen uit te schakelen, schakelt u het vakje GPS uit. Als het volgen van GPS signalen uitgeschakeld is, wordt het volgen van BeiDou signalen automatisch ingeschakeld, omdat metingen ofwel GPS of BeiDou data moeten bevatten.
Als u GPS op de rover voor RTK uitschakelt, kunt u ofwel het CMRx of het RTCM v3.2 MSM uitzend formaat gebruiken. Uitschakelen van GPS op de base kan alleen voor het RTCM v3.2 MSM uitzend formaat worden uitgevoerd. Voor uitzending van CMRx vanaf de base moet GPS ingeschakeld blijven, ook al kan GPS uitgeschakeld worden op de rovers die de CMRx base gebruiken.
Bij andere typen real-time metingen is het veld GPS alleen-lezen.
Bij een postprocessed meting is het keuzevakje GPS altijd beschikbaar.
Voor real‑time metingen waarbij de base data L2C waarnemingen bevat, selecteert u het vakje GPS L2C.
De instelling Gebruik L2e is alleen‑lezen.
Het keuzevakje L5 is alleen beschikbaar als het Uitzend formaat is ingesteld op CMRx of RTCM RTK 3.2 (MSM).

Het keuzevakje GLONASS is altijd beschikbaar.
Bij een real-time meting kunt u het volgen van GLONASS satellieten op de rover zelfs inschakelen als de base ontvanger GLONASS niet volgt. De satellieten worden echter niet gebruikt in de RTK verwerking.

Het keuzevakje Galileo is alleen beschikbaar als het volgen van GPS signalen ingeschakeld is.
Bij een real‑time meting is het keuzevakje Galileo alleen beschikbaar als het volgen van GPS signalen ingeschakeld is en het Uitzend formaat ingesteld is op:
- CMRx
- RTCM RTK 3.2 (MSM)
- RTX
Bij een logging meting (FastStatic, PPK, RTK en logging) is het keuzevakje Galileo alleen beschikbaar als Datalog instrument op Ontvanger is ingesteld.
Wanneer u het volgen van Galileo inschakelt, worden de satellieten in de oplossing gebruikt als ze healthy zijn.

Bij een real‑time meting is het keuzevakje QZSS alleen beschikbaar als het volgen van GPS signalen ingeschakeld is en het Uitzend formaat ingesteld is op:
- CMRx
- RTCM RTK 3.2 (MSM)
- RTX
Om terug te vallen op QZSS SBAS positionering als uw RTK radioverbinding uitvalt, selecteert u SBAS in het veld Satelliet differentieel en vervolgens de optie QZSS. In dit geval is de optie QZSS alleen beschikbaar als het Uitzend formaat ingesteld is op CMRx.
Bij een logging meting (FastStatic, PPK, RTK en logging) is het keuzevakje QZSS alleen beschikbaar als Datalog instrument op Ontvanger is ingesteld.

Bij een real‑time meting is het keuzevakje BeiDou alleen beschikbaar als het Uitzend formaat ingesteld is op:
- CMRx
- RTCM RTK 3.2 (MSM)
- RTX
Bij een logging meting (FastStatic, PPK, RTK en logging) is het keuzevakje BeiDou alleen beschikbaar als Datalog instrument op Ontvanger is ingesteld.
Wanneer het volgen van BeiDou signalen in een SBAS differentiële meting ingeschakeld wordt, worden de BeiDou SV's gebruikt om de oplossing aan te vullen als hun correcties beschikbaar zijn.

Voor FastStatic metingen waarbij de base en rover ontvangers IRNSS/NavIC signalen kunnen volgen, selecteert u het vakje NavIC.
NavIC data kan alleen op de ontvanger worden gelogd. Omdat NavIC satellieten alleen op L5 worden gevolgd, zijn ze niet opgenomen in de point-timers die afhankelijk zijn van dubbelfrequentie data.

Selecteer het vakje xFill in het scherm Rover opties om door te gaan met meten tijdens uitval van de base data tot 5 minuten. Om deze optie te kunnen gebruiken, moet uw GNSS ontvanger xFill ondersteunen. xFill is niet beschikbaar als u OmniSTAR geselecteerd hebt als reserve optie in het veld Satelliet differentieel. Zie Data uitval overbruggen m.b.v. xFill.