Begrenzingsbox
Met de Begrenzingsbox kunt u data op de kaart uitsluiten, om duidelijker het gedeelte te bekijken waarin u geïnteresseerd bent. De Begrenzingsbox is vooral handig bij het bekijken van IFC-bestanden of puntenwolken, waarbij u delen van het model of de puntenwolk kunt uitsluiten, zodat u in het model of de puntenwolk kunt kijken.
U kunt de grootte van de Begrenzingsbox instellen met behulp van de verticale schuifregelaars, die aan de zijkant of aan de voor-/achterkant, of door limietwaarden in te voeren.
De Begrenzingsbox wordt niet ondersteund als Trimble Access op een Android apparaat draait.

Om de functies van de Begrenzingsbox weer te geven, tikt u op op de werkbalk van de kaart en daarna selecteert u Begrenzingsbox. De Begrenzingsbox werkbalk verschijnt rechts van de kaart.
De functies van de Begrenzingsbox gebruiken:
- Tik op
om limieten in te stellen voor de verticale schuifregelaar.
- Tik op
om limieten in te stellen voor de schuifregelaar aan de zijkant.
- Tik op
om limieten in te stellen voor de schuifregelaar voor/achter.
De Begrenzingsbox schuifregelaars zijn gealigneerd met het veld Referentie azimut van het scherm Cogo instellingen van de job eigenschappen (zie Cogo instellingen). Als u de Referentie azimut waarde wilt invoeren of wijzigen, keert u terug naar het scherm Cogo instellingen, of tikt u op de werkbalk Kaart en selecteert u Instellingen, daarna Referentie azimut in het veld Kaart oriëntatie en wijzigt u vervolgens het veld Referentie azimut. Om te controleren of het voorste oppervlak van de begrenzingsbox met de kaartdata aligneert, bijvoorbeeld met de voorgevel van een model, tikt u in de kaart op een lijn of polylijn die in de voorgevel wordt gebruikt en tikt u vervolgens op Bekijk. Tik in het controlevenster op Details en kopieer de waarde in het veld Azimut en plak die waarde vervolgens in het veld Referentie azimut.

Delen van de kaart uitsluiten met de Begrenzingsbox schuifregelaar:
-
Tik op de juiste knop op de werkbalk Begrenzingsbox.
De Begrenzingsbox schuifregelaar verschijnt naast de werkbalk Begrenzingsbox. De waarden op de Begrenzingsbox schuifregelaar geven de limieten van elke schuifregelaar aan, en het midden van de kaart (verticale schuifregelaar) of de breedte van de begrenzingsbox (schuifregelaars aan zijkant en voor/achter).
Als de Referentie azimut waarde voor de job niet 0° is, worden op de schuifregelaars aan de zijkant en voor/achter geen limietwaarden weergegeven. Alleen de breedte van de begrenzingsbox wordt weergegeven.
- Tik en sleep de juiste pijl over de schuifregelaar om de limiet in te stellen. De bedieningselementen van de Begrenzingsbox zijn dynamisch en worden bijgewerkt om de aangebrachte wijzigingen weer te geven.
- Blijf de bedieningselementen over de schuifregelaar slepen om meer van de kaart te verbergen. De schaal van elke verandering is afhankelijk van het zoomniveau van de kaart.
Om de schuifregelaar te verbergen en de ingestelde limieten te behouden, tikt u nogmaals op de werkbalkknop Begrenzingsbox.

Als de Referentie azimut voor de job niet 0° is, kunt u de limietwaarden voor de zijkant en voor-/achterkant niet wijzigen en moet u de schuifregelaars aan de zijkant en voor-/achterkant gebruiken om de grootte van de begrenzingsbox te wijzigen.
Om de limietwaarden handmatig in te voeren, houdt u de gewenste Begrenzingsbox werkbalkknop ingedrukt. Voer de limietwaarden in het pop-up dialoogvenster in.
De verticale limiet handmatig wijzigen:
- Houd
ingedrukt.
- Als u de middelste waarde wilt bewerken, voert u de waarde in het veld Midden in.
- Als u de dikte van het weergavegebied wilt instellen, wijzigt u de waarde in het veld Dikte. De waarden in de limietvelden Boven en Onder worden automatisch bijgewerkt.
- Als u de waarde Dikte wilt vastzetten, tikt u op
. Dat is handig als u 'plakjes' van een model wilt inspecteren, bijvoorbeeld bij het bekijken van elke verdieping van een gebouw. U kunt de dikte instellen en vastzetten en vervolgens een van de andere waarden (Boven, Midden of Onder) wijzigen om de volgende 'plak' van het model te inspecteren.

Om alle limieten te wissen en te stoppen met het gebruik van de Begrenzingsbox, tikt u op op de werkbalk van de kaart en daarna selecteert u Begrenzingsbox.
Als u alle limieten wilt wissen, maar de Begrenzingsboxwilt blijven gebruiken, houdt u de werkbalkknop Begrenzingsbox ingedrukt en tikt u vervolgens op Alle limieten wissen in het pop-up dialoogvenster.
Als u alleen sommige limieten wilt wissen, houdt u de juiste werkbalkknop Limiet ingedrukt en tikt u vervolgens op de knop Limieten wissen voor de geselecteerde hoogte.