Video instellingen
Gebruik de Video instellingen om het uiterlijk van de informatie getoond op het Video scherm te veranderen en om het softwaregedrag te configureren wanneer het Video scherm wordt gebruikt.
Om de Video Instellingen te openen, tikt u op .Welke instellingen beschikbaar zijn, is afhankelijk van het verbonden instrument.

Om de informatie die op het videoscherm wordt weergegeven te wijzigen, tikt u op een of meer keuzevakjes om het volgende te tonen of te verbergen:
- naamlabels naast punten
- codelabels naast punten
- hoogten
- punten in puntenwolken
Om de gebruikte kleur voor labels te wijzigen, selecteert u die in de lijst Overlay kleur.
De puntenwolk opties zijn alleen van toepassing voor scandata van een Trimble SX10 of SX12 scanner total station.
De weergave van puntenwolken configureren:
- Selecteer de Scanpunt grootte.
-
Selecteer de Kleur modus voor de puntenwolk.
Selecteer... Om... Scan kleur de scan aan te duiden waar de punten bij horen Station kleur het station aan te duiden dat is gebruikt om de punten te meten Grijstinten intensiteit de reflectiecoëfficiënt van punten aan te geven m.b.v. een grijstintenschaal Kleurcodering intensiteit de reflectiecoëfficiënt van punten aan te geven m.b.v. een kleur Naar hoogte kleuren de hoogte van punten aan te geven m.b.v. een kleur Wolk kleur alle punten in dezelfde kleur weer te geven
Als u Naar hoogte kleuren als Kleur modus voor de puntenwolk selecteert, voert u de waarden voor Minimum hoogte en Maximum hoogte in.

De BIM model opties worden alleen weergegeven als de bedieningseenheid met een Trimble SX10 of SX12 scanner total station verbonden is.
In het veld Toon:
-
Selecteer Draadframe om de randen van het object weer te geven.Witte lijnen in het BIM model worden zwart weergegeven als de optie Draadframe is geselecteerd.
-
Selecteer Doorgetrokken om items weer te geven als massieve objecten.Om het object semi-transparant te maken, selecteert u een Transparantie waarde groter dan 0%.
-
Selecteer Beide om de weergave items als gevulde objecten plus de randen van de objecten weer te geven.

Schakel Foto autom. opslaan in om vastgelegde beelden automatisch op te slaan.
Als Foto autom. opslaan niet geselecteerd is, wordt de afbeelding weergegeven voordat hij wordt opgeslagen, zodat u op de afbeelding kunt Tekenen.
Schakel Foto bij meten in om automatisch een foto te maken nadat een meting vanuit het videoscherm uitgevoerd is.

Schakel Bijschrift bij foto in om een informatiepaneel en een dradenkruis voor de gemeten positie aan de afbeelding toe te voegen.
Als het keuzevakje Bijschrift bij foto niet beschikbaar is, schakelt u eerst het keuzevakje Foto bij meten in.
Selecteer het vakje Dradenkruis om het dradenkruis voor de gemeten positie in te voegen.
Selecteer in de groep Bijschrift opties de items die u in het informatiepaneel onder aan de afbeelding wilt weergeven.
Om beschrijvingen in het informatiepaneel weer te geven, selecteert u de optie Beschrijvingen en daarna gaat u naar Job eigenschappen, selecteert u Gebruik beschrijvingen en definieert u de beschrijving labels in het scherm Extra instellingen.
Om een kopie van de originele afbeelding in de map <project>\<Job naam> Files\Original Files op te slaan, selecteert u Originele afbeelding opslaan.
Als u geen job geopend hebt, worden afbeeldingen opgeslagen in de huidige projectmap en worden originele afbeeldingen opgeslagen in de map Original Files in de huidige projectmap.
Het informatiepaneel wordt niet weergegeven wanneer het beeld wordt vastgelegd.Om het informatiepaneel te bekijken, gaat u naar Bekijk job en selecteert u de afbeelding.
Als High Dynamic Range (HDR) in de groep Foto eigenschappen is geselecteerd, worden geen bijschriften aan foto's toegevoegd.

In de groep Foto eigenschappen bepaalt u de instellingen voor het maken van foto's m.b.v. het instrument.
- De bestandsnaam, afbeelding grootte en compressie instellen.
- Bestandsnamen worden automatisch verhoogd vanaf de eerste bestandsnaam. De vastgelegde afbeelding heeft altijd dezelfde grootte als de video weergave op het scherm. Niet alle afbeelding formaten zijn op alle zoomniveaus beschikbaar. Hoe hoger de kwaliteit van de afbeelding, des te groter de bestandsgrootte van de vastgelegde afbeelding.
-
Als High Dynamic Range (HDR) ingeschakeld is, legt het instrument drie afbeeldingen in plaats van één vast, elk met een andere belichting instelling.Tijdens de HDR verwerking in Trimble Business Center worden de drie afbeeldingen gecombineerd tot een samengestelde afbeelding, die betere schakeringen heeft en meer details toont dan elk van de individuele afbeeldingen.
Als High Dynamic Range (HDR) is geselecteerd, worden geen bijschriften aan foto's toegevoegd.

Schakel keuzevakjes in of uit om te bepalen welke Video bedieningselementen op het scherm worden weergegeven.

Selecteer keuzevakjes of schakel die uit om het uiterlijk van het dradenkruis in het Video scherm te veranderen bij gebruik van een Trimble SX10 of SX12 scanner total station:
- Schakel Zwart en wit in om het dradenkruis in zwart en wit weer te geven.Om het dradenkruis in een andere kleur weer te geven, zet u de schakelaar Zwart en wit op Nee en daarna selecteert u de gewenste kleur.
- Selecteer Kruisdraden verlengen en/of Middenkruis vergroten als u de dradenkruis elementen groter wilt weergeven.