Data uit de job exporteren

  1. Tik op en selecteer Job.

  2. In het scherm Jobs selecteert u de job waarin u data wilt importeren.
  3. Tik op Export.Het scherm Exporteren verschijnt.
  4. In het veld Bestandsformaat selecteert u het type bestand dat u wilt aanmaken.

    Standaard wordt in het veld Bestandsformaat de naam van de huidige job weergegeven en is de extensie van het bestand de extensie voor het geselecteerde bestandstype.

    Wanneer u de export optie LAS puntenwolk selecteert, worden alleen de SX10 of SX12 scanpuntenwolken en gebieden geëxporteerd die momenteel op de kaart worden weergegeven. Als u bepaalde gebieden of puntenwolken wilt opnemen of uitsluiten, selecteert of deselecteert u scans of gebieden op het tabblad Scans van de Lagen manager. De LAS puntenwolk export optie is alleen beschikbaar als de Trimble Access software LAS export optie is gelicentieerd aan de bedieningseenheid. Als u een licentie voor de LAS export optie wilt aanschaffen, neemt u contact op met uw Trimble distributeur.

  5. Indien nodig wijzigt u de bestandsnaam.

    Standaard wordt het bestand geëxporteerd naar de map waarin de huidige job is opgeslagen.

  6. Als u het bestand naar een andere map wilt exporteren, tikt u op om naar die map te bladeren en die te selecteren:

    • Als u een map in de huidige jobmap maakt of selecteert, maakt of selecteert de software voor latere exporten vanuit elke job een map met die naam in wat de huidige jobmap ook is op het moment van exporteren. Als u bijvoorbeeld een map met de naam "Exporten" in de huidige jobmap maakt, exporteert de software de volgende exporten naar een map met de naam "Exporten" in de huidige jobmap op het moment van exporteren.

      Om dit gedrag te wijzigen, selecteert u een map buiten de Trimble Access projectmap structuur, of selecteert u de huidige jobmap om de software terug te zetten op de standaard locatie.

    • Als u een map selecteert die zich buiten de Trimble Access projectmapstructuur bevindt, zoals een netwerkstation of een USB-station, blijft de software bestanden exporteren naar dezelfde aangewezen map totdat u een andere map selecteert.

      Voor Android bedieningseenheden moeten USB-stations worden geformatteerd in het FAT32 formaat.

      Als de bedieningseenheid een Android apparaat is, kunt u gevraagd worden om Trimble Access lees- en schrijfrechten voor het USB-station te geven. Wanneer u op Ja tikt, verschijnt het Android scherm voor het selecteren van mappen. Tik op in dat scherm, blader naar het USB-station en tik op [SELECTEREN] of [Deze map gebruiken]. Het USB-station verschijnt in het Trimble Access scherm Map selecteren. Als het bericht USB-station gedetecteerd niet verschijnt, of als u het bericht hebt gesloten, tikt u op de softkey USB-station selecteren nadat het USB-apparaat verbonden is. Houd er rekening mee dat het tot 30 seconden kan duren voordat het USB-station wordt gedetecteerd.

      Als u naar PDF exporteert, moet u er rekening mee houden dat PDF-bestanden niet rechtstreeks naar een USB-station aan een Android apparaat kunnen worden geëxporteerd. U moet het bestand eerst naar een andere map exporteren en vervolgens handmatig naar het USB-station kopiëren.

    Als u eerder een exportmap hebt geselecteerd, maar vervolgens wilt dat de software terugkeert naar de standaard exportlocatie, tikt u op en selecteert u de map waarin de huidige job is opgeslagen.

  7. Als het bestandsformaat dat u hebt geselecteerd is:
    • Kommagescheiden (*.CSV, *.TXT), dan selecteert u een veld voor elke waarde.Wanneer u op Accept tikt, kunt u de te exporteren punten selecteren.Zie Punten selecteren.
    • DXF, dan selecteert u het DXF bestandsformaat en de te exporteren typen items.

      Als aan een punt features en attributen zijn toegewezen, worden alle attributen toegevoegd als attributen van het ingevoegde punt in het DXF bestand.

      Als een feature bibliotheek (*.fxl), aangemaakt met de Trimble Business Center van de Feature Definition Manager software wordt gebruikt, worden de in de FXL gedefinieerde lagen en kleuren in het DXF bestand gebruikt.

    • ESRI Shapefiles, dan zet u Coördinaten op Grid (noord/oost/elevatie) of Brdt/Lngt coördinaten (lokale breedtegraad/lengtegraad/hoogte).
    • Grid lokaal coördinaten, dan selecteert u of de oorspronkelijk ingevoerde grid (lokaal) coördinaten, of de berekende weergave grid (lokaal) coördinaten moeten worden uitgevoerd.

      De berekende grid (lokaal) coördinaten worden afgeleid door de ingetoetste of berekende grid coördinaten te nemen en vervolgens de weergavetransformatie toe te passen.U moet de benodigde weergavetransformatie instellen voordat u het bestand exporteert.Om dit in Bekijk job te doen, selecteert u een punt, gaat u naar Opties, zet u Coördinaat formaat op Grid (lokaal) en selecteert u vervolgens een Transformatie voor grid (lokaal) weergave.

    • Uitzet rapport, dan geeft u de acceptabele uitzet toleranties op in de velden Horizontale uitzet tolerantie en Verticale uitzet tolerantie.Uitzet delta's die groter dan de gedefinieerde toleranties zijn, worden in kleur in het geproduceerde rapport weergegeven.
    • Oppervlak inspectie rapport, dan voert u een Rapport beschrijving in, die boven aan het rapport wordt weergegeven.

      Het Oppervlak inspectie rapport is alleen beschikbaar als PDF-bestand.

    • Inmeet rapport, dan selecteert u of u een gedetailleerd rapport wilt genereren en het formaat voor het weergeven van GNSS delta's.
    • Polygoon rapport, dan geeft u de polygoon delta's limiet op.Waarden die deze limiet overschrijden, worden in het gegenereerde rapport gemarkeerd weergegeven.
    • JobXML, dan selecteert u het juiste versienummer.
    • Utility Survey DXF, dan configureert u de opties voor het aanmaken van lijnen en genereren van tekst.
  8. Om het bestand automatisch te bekijken nadat u het aangemaakt hebt, selecteert u het vakje Bekijk aangemaakt bestand.
  9. Als u de Kommagescheiden (*.CSV, *.TXT) bestandsindeling hebt geselecteerd, verschijnt het scherm Selecteer punten.Kies de methode voor het selecteren van de punten en selecteer ze vervolgens.Zie Punten selecteren.
  10. Druk op Accept.