Ontvanger instellingen

Om de configuratie van de aangesloten GNSS ontvanger te bekijken, houdt u het ontvanger symbool op de statusbalk ingedrukt.

Het scherm Ontvanger instellingen toont informatie over het type, de firmware versie en capaciteiten van de verbonden ontvanger.

De groep Trimble GNSS abonnementen toont informatie over het GNSS-ontvanger abonnement, inclusief de einddatum van het abonnement. Deze groep wordt alleen weergegeven voor ontvangers met configureerbare opties die via een abonnement worden geleverd, bijvoorbeeld wanneer verbonden met een R780 of R750 ontvanger.

Gebruik de softkeys onder aan het scherm om meer instellingen te configureren.

Voor het configureren van:

een Bluetooth-verbinding met de ontvanger, tik op Bluetooth. Zie Bluetooth verbindingen.
GNSS eBubble opties, tikt u op eBubble.Zie GNSS eBubble tiltsensor.
de RTX satellieten die worden gebruikt, tikt u op RTX SV. Zie De RTX status bekijken

Wi-Fi instellingen voor de ontvanger configureren

De Wi-Fi instellingen configureren op een ontvanger die geschikt is voor Wi-Fi:

Verbind met de ontvanger, maar start nog geen meting.
Tik op en selecteer Instrument / Ontvanger instellingen en tik daarna op Wi‑Fi.Het scherm Ontvanger Wi-Fi configuratie verschijnt.

Als de Wi-Fi softkey niet wordt weergegeven, controleert u of u geen meting hebt gestart.
Selecteer het gewenste tabblad:
- Schakel het tabblad Access Point in en selecteer het selectievakje Ingeschakeld om de ontvanger in te schakelen als Access Point, zodat veel clients er verbinding mee kunnen maken.
  In de Access Point modus kunt u de ontvanger ook als mobiele hotspot gebruiken.
- Selecteer het tabblad Client en schakel het vakje Ingeschakeld in om de ontvanger in staat te stellen om met een bestaand netwerk te verbinden.
  In de Client modus kunt u verbinding maken met het Internet en GNSS basisdata correcties ontvangen tijdens een RTK Internet meting.Voor meer informatie, zie Een GNSS contact voor een base Internet dataverbinding aanmaken.
Bij sommige ontvanger modellen kunt u zowel de Access Point als de Client ingeschakeld hebben, of maar één modus aan, of beide modi uit. Bij ontvangers die maar één modus tegelijk ondersteunen, wordt bij inschakelen van de ene modus in het scherm Ontvanger Wi-Fi configuratie de andere modus automatisch uitgeschakeld. Het gebruik van de Wi-Fi van de ontvanger verkort de gebruiksduur van de batterij van de ontvanger.
Configureer de instellingen naar behoefte.

Om de ontvanger als mobiele Wi-Fi hotspot te gebruiken als de ontvanger als access point werkt, selecteert u het vakje Mobiele hotspot.Deze optie wordt alleen ondersteund als de ontvanger met het Internet verbonden is via zijn interne modem en Routeer door bedieningseenheid in het GNSS contact uitgeschakeld is.
Start de ontvanger desgevraagd opnieuw om de nieuwe instellingen toe te passen. Sommige ontvanger modellen hoeven niet opnieuw te worden gestart.