Constructie offsets

Een uit te zetten punt kan worden verplaatst met een horizontale of verticale offset.

Tijdens uitzetten wordt een constructie offset aangeduid door een groene lijn, waarbij de dubbele cirkel de geselecteerde positie aangeeft, aangepast met de ingestelde constructie offset(s).

Wanneer u een constructie offset voor een alignement definieert, wordt die offset:

  • gebruikt voor alle alignementen in dezelfde job.
  • gebruikt voor alle volgende inmetingen van het alignement in dezelfde job, totdat een andere constructie offset wordt gedefinieerd.
  • niet voor hetzelfde alignement gebruikt wanneer dat vanuit een andere job wordt benaderd.

Bij het uitzetten van stations op het alignement, of met een schuine offset van het alignement, kunt u een horizontale constructie offset definiëren, waarbij:

  • een negatieve waarde het punt naar links van het alignement verplaatst.
  • een positieve waarde het punt naar rechts van het alignement verplaatst.

Bij uitzetten van een station op een schuine offset van het alignement wordt de horizontale constructie offset over de schuinte toegepast, niet haaks op het alignement.

Bij het uitzetten van stations ge-offset t.o.v. het alignement, of bij uitzetten van een schuine zijde, kunt u een horizontale constructie offset definiëren, waarbij:

  • een negatieve waarde het punt naar het alignement toe verplaatst (in).
  • een positieve waarde het punt van de alignement af verplaatst (uit).

Bij uitzetten van een catch punt tikt u op naast het veld Horizontale offset om te bepalen of de offset moet worden toegepast:

  • horizontaal
  • met de helling van het vorige element in het dwarsprofiel

Constructie offsets worden niet automatisch toegepast op een schuine zijde offset. Wanneer u een schuine zijde uitzet, schakelt u het selectievakje Catch en constructie-offset beide opslaan in om de catch positie te meten en op te slaan. Zie Catch punt..

De volgende afbeelding toont een Horizontale offset (1) en Hellen vorige offset (2), toegepast op het catch punt (3).Bij de Hellen vorige optie wordt de helling van de offset gedefinieerd door de helling van de schuine zijde (4).De Verticale offset in de tekening is 0.000.

Bij punten met een offset nul kunt u geen horizontale constructie offset toepassen met de hellingswaarde van het vorige sjabloonelement.

U kunt een verticale constructie offset definiëren, waarbij het volgende geldt:

  • Een negatieve waarde verplaatst punten verticaal omlaag.
  • Een positieve waarde verplaatst punten verticaal omhoog.

Bij uitzetten van een schuine zijde tikt u op naast het veld Verticale offset om te bepalen of de offset moet worden toegepast:

  • verticaal
  • loodrecht op het element in het dwarsprofiel vóór het uit te zetten punt

De volgende afbeelding toont een Verticale offset, verticaal (1) toegepast en een Verticale offset, loodrecht (2) op de schuine zijde (3) toegepast.