Een rover inbel dataverbinding configureren
- Tik op
en selecteer Instellingen / Meetmethodes.Selecteer de gewenste meetmethode. Druk op Edit.
- Selecteer Rover dataverbinding.
- Stel het veld Type in op Inbelverbinding.
-
In het veld GNSS contact:
-
Als u het GNSS contact al hebt geconfigureerd om te gebruiken voor de inbel dataverbinding, voert u de GNSS contact naam voor het contact in, of tikt u op
om het GNSS contact te selecteren in de lijst GNSS contacten. De lijst wordt gefilterd aan de hand van het type contact.
-
Om een nieuw GNSS contact te maken, tikt u op
om het scherm GNSS contacten te openen en tikt u vervolgens op Nieuw.
-
-
Om het GNSS contact weer te geven dat in de meetmethode geconfigureerd is, of om het GNSS contact te kunnen wijzigen wanneer u de meting start, schakelt u het vakje Vragen om GNSS contact in.
-
De overige stappen worden bepaald door welk modem u gebruikt om bij het modem aan de base in te bellen.

- Zet de schakelaar Routeer door bedieningseenheid op Nee.
- Selecteer in het veld Ontvanger poort de optie Intern modem ontvanger.
- Druk op Accept.

- Zet de schakelaar Routeer door bedieningseenheid op Ja.
-
Selecteer in het veld Bedieningseenheid poort de optie Intern modem bedieningseenheid.
Als Intern modem bedieningseenheid niet beschikbaar is in de keuzelijst Bedieningseenheid poort, heeft de bedieningseenheid geen intern modem.U moet het modem in de ontvanger of een ander apparaat gebruiken, zoals een mobiele telefoon.
- Druk op Accept.

Wanneer u het modem van een ander apparaat gebruikt, kunt u ervoor kiezen om de inkomende data via de bedieningseenheid te routeren.
-
Als u ervoor kiest om via de bedieningseenheid te routeren, kan de bedieningseenheid de internetverbinding voor andere functies gebruiken, waaronder het downloaden van projecten en jobs of e-mail tijdens de RTK meting. U moet het externe modem met de bedieningseenheid verbinden.
-
Als u ervoor kiest om niet via de bedieningseenheid te routeren, kan de bedieningseenheid de Internet verbinding niet gebruiken.Alleen de ontvanger kan dan gebruik maken van de Internet verbinding.U moet het externe modem met de ontvanger verbinden.
Als inkomende base data door de bedieningseenheid wordt gerouteerd:
- Zet de schakelaar Routeer door bedieningseenheid op Ja.
- In het veld Bedieningseenheid poort selecteert u de juiste Bluetooth of seriële aansluiting, afhankelijk van de methode die u gebruikt om het apparaat met de bedieningseenheid te verbinden.
- Indien nodig wijzigt u de Baud rate en Parity instellingen.
- Druk op Accept.
Als inkomende base data niet door de bedieningseenheid wordt gerouteerd:
- Zet de schakelaar Routeer door bedieningseenheid op Nee.
- In het veld Ontvanger poort selecteert u de aansluiting op de ontvanger die u zult gebruiken om het apparaat met de ontvanger te verbinden.
- Indien nodig wijzigt u de Baud rate en Parity instellingen.
- Druk op Accept.
-
Wanneer u het modem in een ander apparaat gebruikt, moet u een seriële kabel gebruiken om de ontvanger met dat andere apparaat te verbinden. Omdat de meeste ontvangers maar één seriële poort hebben, moet de verbinding tussen de ontvanger en de bedieningseenheid een Bluetooth verbinding zijn. U kunt Bluetooth niet gebruiken om de ontvanger met het andere apparaat te verbinden, omdat Trimble Access dan niet weet dat die verbinding aanwezig is. Als u een ontvanger met meer dan één seriële poort gebruikt, zoals de R8 ontvanger, kan de verbinding tussen de bedieningseenheid en de ontvanger ook een seriële kabel zijn.
- Modems die met Trimble Access worden gebruikt, moeten Hayes-compatibele AT commando's ondersteunen.