Kadastraal XML-bestand instellen
Om kadastrale tolerantiecontrole in Trimble Access te gebruiken, wijzigt u het voorbeeldbestand CadastralTolerances.xml, zodat het aan uw eisen voldoet.
Download het voorbeeldbestand CadastralTolerances.xml van de pagina Sjabloon bestanden.
Het XML-voorbeeldbestand gebruikt een combinatie van de inmeet klasse en classificatie om de tolerantiewaarde te bepalen waarmee het punt moet worden gecontroleerd.
De Classificatie naam definieert het type punt dat wordt gemeten of uitgezet: Topo, Grens en Grondslag. De naam Inmeetklasse definieert het tolerantieniveau dat vereist is voor de positie van het punt, bijvoorbeeld stedelijk versus landelijk.
In het geval van Zwitserland zijn er vijf tolerantieniveaus voor punten:
-
Niveau 1 wordt gebruikt in het centrum van grotere steden.
-
Niveau 2 wordt gebruikt in woonwijken buiten de stadscentra en in dorpen.
-
Niveau 3 en niveau 4 worden gebruikt voor landelijke gebieden zoals landbouwgrond.
-
Niveau 5 wordt gebruikt in de bergen.
Het XML-voorbeeldbestand definieert een meting klasse voor elk niveau:
<SurveyClasses>
<Class name="TS1" id="Class1"/>
<Class name="TS2" id="Class2"/>
<Class name="TS3" id="Class3"/>
<Class name="TS4" id="Class4"/>
<Class name="TS5" id="Class5"/>
</SurveyClasses>
Als u kadastrale tolerantiecontrole in de job wilt inschakelen, moet u de inmeet klasse voor elke job opgeven. Voer hiervoor de naam van de inmeet klasse in (bijvoorbeeld TS2) in het veld Notities in het scherm Job eigenschappen in Trimble Access. Alle punten binnen de job hebben dezelfde klasse.
Het XML-voorbeeldbestand gebruikt classificaties om de tolerantiewaarden voor elke inmeet klasse per punttype te definiëren. Punten met een classificatie grens kunnen bijvoorbeeld de volgende tolerantiewaarden hebben, afhankelijk van de inmeet klasse die voor de job is opgegeven:
<Classification name="Grens1">
<Tolerances id="Class1" hzTol="0.035" vtTol=""/> <!-- Horizontaal minstens zo goed als Class2 -->
<Tolerances id="Class2" hzTol="0.035" vtTol=""/>
<Tolerances id="Class3" hzTol="0.070" vtTol=""/>
<Tolerances id="Class4" hzTol="0.150" vtTol=""/>
<Tolerances id="Class5" hzTol="0.350" vtTol=""/>
</Classification>
<Classification name="Grens2">
<Tolerances id="Class1" hzTol="0.200" vtTol=""/> <!-- Horizontaal minstens zo goed als Class2 -->
<Tolerances id="Class2" hzTol="0.200" vtTol=""/>
<Tolerances id="Class3" hzTol="0.350" vtTol=""/>
<Tolerances id="Class4" hzTol="0.750" vtTol=""/>
<Tolerances id="Class5" hzTol="1.000" vtTol=""/>
</Classification>
Het XML-voorbeeldbestand definieert ook feature codes, zodat u eenvoudig de classificatie voor kadastrale punten kunt opgeven bij uitzetten en meten in de job. Punten met een classificatie grens kunnen bijvoorbeeld een van de volgende feature codes hebben:
<Codes>
<Code name="1" description="Grenspunt steen" classification="Grens1"/>
<Code name="2" description="Grenspunt bout" classification="Grens1"/>
<Code name="3" description="Grenspunt kruis" classification="Grens1"/>
<Code name="4" description="Grenspunt plastic bord" classification="Grens1"/>
<Code name="5" description="Grenspunt niet verzekerd" classification="Grens2"/>
Voor een job waarbij het veld Notities is ingesteld op TS2, als u een punt codeert als "1", krijgt het punt een beschrijving Grenspunt steen en een classificatie Grens1. Dit betekent dat het punt moet voldoen aan een horizontale tolerantie van 35 mm, omdat het bestand CadastralTolerances.xml heeft aangegeven dat Grens1 punten in klasse 2 jobs een hzTol = "0,035" moeten hebben.
-
U kunt de klasse namen (bijv. "TS1"), classificatie namen (bijv. "Grens1") en code namen (bijv. "1" ) wijzigen. Als u een naam wijzigt, moet u ervoor zorgen dat u de naam van alle exemplaren wijzigt.
-
U kunt extra klasse namen en classificatie namen aanmaken. Volg gewoon het patroon in het XML-bestand om er meer te maken.
U kunt elementnamen en attribuutnamen niet wijzigen. Let op: deze zijn hoofdlettergevoelig.
-
De element namen zijn: CadastralTolerances, SurveyClasses, Class, Classifications, Classification, Tolerances, Codes en Code.
-
De attribuut namen zijn: naam, id, hzTol, vtTol, description en classification.