Alleen sommige items in een BIM-model weergeven

Wanneer u een complex BIM-model bekijkt, kunnen de items waarin u het meest geïnteresseerd bent, moeilijk te bekijken zijn omdat ze worden verborgen door andere objecten, het model mogelijk geen goed gedefinieerde lagen heeft of een laag veel items bevat.

Met de tools van de BIM werkbalk kunt u de data in het BIM-model waarin u het meest geïnteresseerd bent, gemakkelijker isoleren en bekijken. Gebruik de Organizer om items te selecteren op groepen die zijn gemaakt in de Trimble Connect Organizer en/of gebruik de knoppen Alleen weergeven en Verbergen op de BIM werkbalk om items in het BIM-model op de kaart te filteren.

The BIM toolbar automatically appears next to the Map toolbar when at least one BIM model has at least one layer set to selectable in the map. If the BIM toolbar is not shown, tap on the Map toolbar and then select BIM toolbar.

Met de Trimble Connect Organizer kunnen items in een of meer BIM-modellen in groepen worden ingedeeld, bijvoorbeeld per projectfase, objecttype of locatie (verdiepingen of secties). Zie Organizer in de Trimble Connect Workflow Extensions User Guide voor meer informatie over het instellen van groepen.

A Trimble Connect Business Premium license is required to create Organiser groups.

Organizer groepen die in de Trimble Connect Organizer zijn gemaakt en als handmatige groepen zijn opgeslagen, zijn beschikbaar in Trimble Access voor BIM-modellen gedownload vanuit de cloud. Op regels gebaseerde Organizer groepen worden niet ondersteund in Trimble Access.

  1. Tik op Organizer op de BIM werkbalk.

    Het formulier Organizer verschijnt naast de kaart. Het toont alle handmatige groepen die in de Trimble Connect Organizer zijn gemaakt en die relevant zijn voor de BIM-modellen die ten minste gedeeltelijk kunnen worden geselecteerd op de kaart. Gedeeltelijk selecteerbaar betekent dat ten minste één laag in het BIM-model is ingesteld op selecteerbaar in de laagbeheerder.

  2. Tik op de pijl naast een groepsnaam om subgroepen weer te geven.

    Het eerste getal naast een groepsnaam geeft het totale aantal items in een groep aan. Het tweede getal toont het aantal items in subgroepen.

  3. Tik op de naam van een groep of subgroep om de groep te selecteren of te deselecteren.

    Een vinkje naast de naam van de groep of subgroep geeft aan dat er items in de groep geselecteerd zijn. Geselecteerde items worden gemarkeerd op de kaart:

    • Als u meer dan één subgroep in dezelfde groep selecteert, wordt er een combinatie gemaakt, zodat items in een of meer van de geselecteerde subgroepen op de kaart geselecteerd zijn.

    • Als u meer dan één groep of subgroepen in verschillende groepen selecteert, wordt er een snijpunt gemaakt, zodat alleen items die zich in alle geselecteerde groepen of subgroepen bevinden, op de kaart worden geselecteerd.

    Een grijs vinkje naast de naam van een groep of subgroep geeft aan dat sommige items in de groep niet kunnen worden geselecteerd, omdat ze aanwezig zijn in lagen in het BIM-model die niet kunnen worden geselecteerd. Als de naam van een groep of subgroep grijs is, verwijst die naar lagen in het BIM-model die niet kunnen worden geselecteerd. U moet de laag instellen op selecteerbaar in de Lagen manager voordat u de groep of subgroep kunt selecteren op het formulier Organizer.

  4. Om items op de kaart te filteren op basis van de selectie op het formulier Organizer, tikt u op de knop Alleen weergeven of Verbergen op de BIM werkbalk. Zie Geselecteerde items weergeven en verbergen verderop.

  5. Om het Organizer formulier te sluiten, tikt u op Sluiten.

    Bestaande selecties op de kaart worden gewist wanneer u het Organizer formulier opent of sluit en wanneer u de BIM werkbalk in- of uitschakelt.

De knoppen Alleen weergeven en Verbergen op de BIM werkbalk zijn niet actief (kunnen niet worden geselecteerd) totdat u een of meer items in het BIM-model op de kaart selecteert met behulp van de selectiegereedschappen op de werkbalk Kaart of de werkbalk BIM.

De knoppen Ongedaan maken en Reset op de BIM werkbalk zijn pas actief nadat u de knoppen Alleen weergeven of Verbergen hebt gebruikt.

  1. Selecteer op de kaart een of meer items in het BIM-model. U kunt ook items selecteren met Organizer-groepen. Zie Items selecteren met Organizer groepen hierboven.

    De items die u selecteert, hoeven zich niet in dezelfde laag of in hetzelfde BIM bestand te bevinden.

  2. Tik op Verbergen op de BIM werkbalk .

    Wanneer u tikt op :

    • zijn de geselecteerde items niet meer zichtbaar. De software verbergt altijd het Hele object, zelfs als de Oppervlak selectie modus is ingesteld op Individuele vlakken in het scherm Kaart instellingen.

    • worden de knoppen Alleen weergeven en Verbergen op de BIM werkbalk inactief, omdat er geen items meer geselecteerd zijn.

    • Op het tabblad Kaartbestanden van de Lagen manager verandert het vinkje naast de BIM bestandsnaam in , om aan te geven dat sommige delen van het BIM-bestand niet meer zichtbaar en niet meer selecteerbaar zijn. Het vinkje naast de naam van de laag of lagen met de items die u hebt geselecteerd, verandert ook in .

  1. Selecteer op de kaart een of meer items in het BIM model.

    De items die u selecteert, hoeven zich niet in dezelfde laag of in hetzelfde BIM bestand te bevinden.

  2. Tik op Alleen weergeven op de BIM werkbalk.

    Wanneer u tikt op :

    • De items die u hebt geselecteerd, zijn nu de enige items in het BIM-bestand die zichtbaar zijn op de kaart. De software toont altijd het Hele object, zelfs als de Oppervlak selectie modus is ingesteld op Individuele vlakken in het scherm Kaart instellingen.

    • worden de knoppen Alleen weergeven en Verbergen op de BIM werkbalk inactief, omdat er geen items meer geselecteerd zijn.

    • Op het tabblad Kaartbestanden van de Lagen manager verandert het vinkje naast de BIM bestandsnaam in , om aan te geven dat sommige delen van het BIM-bestand niet meer zichtbaar en niet meer selecteerbaar zijn. Het vinkje naast de naam van de laag of lagen met de items die u hebt geselecteerd, verandert ook in .

    • Er staat nu geen vinkje naast andere lagen in het BIM-bestand, omdat ze niet meer zichtbaar zijn.

Om de vorige filteractie ongedaan te maken, tikt u op Ongedaan maken op de BIM werkbalk.

Als u alle eerdere filteracties ongedaan wilt maken en de kaart opnieuw wilt instellen, tikt u op Reset op de BIM werkbalk.

 

  • Als u alle items in een laag met de tools op de BIM-werkbalk verborgen hebt, komt die laag niet meer in aanmerking voor selectie. Om items in die laag te kunnen selecteren, moet u de Lagen manager gebruiken om de laag weer volledig zichtbaar te maken.

  • Wijzigingen die u aanbrengt op het tabblad Kaart bestanden van de Lagen manager gaan voor op alle filteracties die u aanbrengt met behulp van de BIM werkbalk en beïnvloeden het huidige filter. Bijvoorbeeld:

    • Tik op het symbool naast een laag om de laag weer volledig zichtbaar en selecteerbaar te maken.

    • Tik op het symbool naast een BIM-bestandsnaam om alle lagen in het bestand weer volledig zichtbaar en selecteerbaar te maken.