Opslag en classificatie van punten

De manier waarop u een punt meet, bepaalt hoe het door de Trimble Access software wordt opgeslagen. Punten worden ofwel als vectoren of als posities opgeslagen. RTK punten en conventioneel gemeten punten worden bijvoorbeeld als vectoren opgeslagen, terwijl ingetoetste punten, real‑time differentiële punten en postprocessed punten als posities worden opgeslagen.

Om de gegevens van een opgeslagen punt te bekijken, tikt u op en selecteert u Job dataBekijk job.Een puntrecord bevat informatie over het punt zoals de puntnaam, code, methode, coördinaten en de naam van het GNSS databestand.Het veld Methode beschrijft de manier waarop het punt is gecreëerd.

De coördinaten worden weergegeven als Globale, lokale, of grid coördinaten, afhankelijk van de instelling van het veld Coördinaat formaat.

Om de instellingen van Coördinaat formaat te wijzigen, gaat u op één van de volgende manieren te werk:

  • in het menu Job data tikt u op Bekijk job.Open de puntrecord en druk op Opties.
  • In het menu Toets in tikt u op Punten en daarna tikt u op Opties.

Bepaal een datumtransformatie en/of een projectie als u lokale of grid coördinaten voor een GNSS punt wilt weergeven. U kunt de job ook kalibreren.

Voor elk punt wordt de antennehoogte gebruikt die in de voorgaande antennehoogte record gegeven is. Op basis daarvan genereert de software een landhoogte (elevatie) voor het punt.

De volgende tabel laat zien hoe het punt is opgeslagen m.b.v. het veld Als opgeslagen.

Waarde Hoe het punt is opgeslagen
Grid Grid coördinaten
Lokaal Lokale geodetische coördinaten
Globale Weergeven als B, L, H coördinaten in de Globale referentie datum en de Globale referentie epoch.
ECEF (Wereld) Weergeven als Earth‑Centered, Earth‑Fixed X, Y, Z coördinaten in de Globale referentie datum en de Globale referentie epoch.
ECEF delta's Weergeven als Earth‑Centered, Earth‑Fixed X, Y, Z vector in Globale referentie datum met Globale referentie epoch.
Polair Azimut, horizontale afstand en verticale afstand. Dit is een vector.
HH VH SA Een horizontale cirkelmeting, verticale cirkelmeting (een zenithoek) en schuine afstand. Dit is een vector.
HH VH SA (ruw) Een horizontale cirkelmeting, verticale cirkelmeting (een zenithoek) en schuine afstand zonder toegepaste correcties. Dit is een vector.
Az VH SA Een magnetische azimut, verticale (zenit) hoek en schuine afstand vector.
MHH MVH MSA Een gemiddelde horizontale hoek vanaf het oriëntatie achter punt, gemiddelde verticale hoek (een zenithoek) en gemiddelde schuine afstand. Dit is een vector.
USNG/MGRS USNG/MGRS reeks en hoogte

Lees het veld Als opgeslagen in samenhang met het veld Methode.

De Globale referentie datum en de Globale referentie epoch worden weergegeven in het scherm Coördinatensysteem selecteren van de job eigenschappen.Zie Coördinatensysteem.

Bij punten die zijn berekend m.b.v. Cogo / Bereken punt kunt u kiezen hoe u het punt opslaat.De beschikbare opties zijn afhankelijk van het geselecteerde coördinatensysteem en het type meting dat is gebruikt voor de berekening van het punt.

Punten die als vectoren opgeslagen zijn, worden bijgewerkt als de calibratie of het coördinatensysteem van de job veranderd, of de antennehoogte van één van de bronpunten gewijzigd is.Punten die als Globale coördinaten opgeslagen zijn (bijvoorbeeld een offset punt, berekend m.b.v. de methode Vanaf een baseline) worden niet bijgewerkt.

Bij GNSS punten worden kwaliteitscontrole (QC) records opgeslagen aan het einde van de puntrecord.