Noors kadastraal XML-bestand instellen
Om de Noorse kadastrale tolerantie controle in Trimble Access te gebruiken, past u het voorbeeldbestand CadastralTolerances ‑ Norway.xml aan om aan uw vereisten te voldoen.
Download het voorbeeldbestand CadastralTolerances ‑ Norway.xml van de pagina Configuratiebestanden.
Het XML-voorbeeldbestand gebruikt een combinatie van de inmeet klasse en classificatie om de tolerantiewaarde te bepalen waarmee het punt moet worden gecontroleerd.
De Classification naam definieert het type punt dat wordt gemeten of uitgezet. De Survey class naam definieert het tolerantieniveau dat vereist is voor de locatie van het punt.
U kunt elementnamen en attribuutnamen niet wijzigen. Let op: deze zijn hoofdlettergevoelig.
-
De element namen zijn: CadastralTolerances, SurveyClasses, Class, Classifications, Classification, Tolerances, Codes en Code.
-
De attribuut namen zijn: naam, id, hzTol, vtTol, description en classification.
Inmeetklasse
Het XML-voorbeeldbestand definieert een meting klasse voor elk niveau:
<SurveyClasses>
<Class name="ClassA" id="ClassA" algorithm="NorwayCadaster"/>
</SurveyClasses>
Als u kadastrale tolerantie controle in de job wilt inschakelen, moet u de Survey class voor elke job opgeven. Voer hiervoor de naam van de inmeet klasse in (ClassA) in het veld Notities in het scherm Job eigenschappen in Trimble Access. Alle punten binnen de job hebben dezelfde klasse.
Tolerantiewaarden
Het voorbeeldbestand CadastralTolerances ‑ Norway.xml definieert de tolerantiewaarden voor elke ClassA als controlepunt:
<Classification name="Control1">
<Tolerances id="ClassA" hzTol="0.050" vtTol="0.100" alpha="0.05" internalReliabilityError="0.1" internalReliabilityWarning="0.1" externalReliabilityError="0.1" externalReliabilityWarning="0.1" reliability3D="false">
<TimeDistance minimumMinutes="45" measurementCount="2" />
<TimeDistance minimumMinutes="15" measurementCount="3" />
</Tolerances>
</Classification>
Bij het toetsen van de metingen aan de gedefinieerde toleranties wordt een statistische analyse gemaakt van de data voor:
-
Blunder detectie (grovfeilsøk)
Blunder detectie controles tegen grote afwijkingen tussen de twee metingen oftewel "blunders" (grovfeilsøk).
Een grote afwijking/blunder wordt gedefinieerd als een afwijking die aanzienlijk groter is dan de willekeurige afwijking die je zou verwachten. Een grote afwijking of blunder kan worden gezien als een afwijking die drie keer zo hoog is als de standaard afwijking.
Omdat de berekening van de blunder detectie alleen grote fouten ontdekt, worden de interne en externe betrouwbaarheidswaarden gebruikt om de kwaliteit van de metingen aan te geven wanneer rekening wordt gehouden met kleinere afwijkingen.
-
Interne betrouwbaarheid (indre pålitelighet)
De interne betrouwbaarheidswaarde (indre pålitelighet) geeft de aanwezigheid aan van kleinere fouten dan door blunder detectie kunnen worden ontdekt. Deze fouten worden de "maximum resterende afwijking" genoemd. De drempel voor de interne betrouwbaarheidswaarde is een significantie niveau van 5% of lager.
-
Externe betrouwbaarheid (ytre pålitelighet)
De externe betrouwbaarheidswaarde (ytre pålitelighet) is een berekening van de maximale puntvervorming en geeft aan hoeveel de maximum resterende afwijking van invloed kan zijn op het eindresultaat.
Er wordt ook gecontroleerd op geschikte tijden die verstrijken tussen hermetingen van hetzelfde punt.
feature code
Het XML voorbeeldbestand definieert ook feature codes, zodat u eenvoudig de classificatie voor kadastrale punten kunt opgeven bij uitzetten en meten in de job. Punten met een Grondslag classificatie kunnen bijvoorbeeld een van de volgende feature codes hebben:
<Codes>
<Code name="surveyPoint" description="Checked Cadastral" classification="Control1"/>
<Code name="OLD" description="Checked Cadastral" classification="Control1"/>
<Code name="PEG" description="Checked Cadastral" classification="Control1"/>
<Code name="IS" description="Checked Cadastral" classification="Control1"/>
<Code name="IT" description="Checked Cadastral" classification="Control1"/>
<Code name="NAIL" description="Checked Cadastral" classification="Control1"/>
Voor een job waarbij het veld Notities is ingesteld op ClassA, als u een punt codeert als "SPIJKER", zal het punt een beschrijving hebben van "Checked Cadastral" en een classificatie van "Control1". Dit betekent dat het punt moet voldoen aan een horizontale tolerantie van 50 mm, omdat het CadastralTolerances ‑ Norway.xml bestand specificeert dat "Control1" punten in "ClassA" jobs hzTol="0,050" moeten hebben.
Zoals hierboven vermeld, kunt u de naam van elementen en attributen niet wijzigen. Echter:
-
U kunt de klasse namen (bijv. "ClassA"), classificatie namen (bijv. "Control1") en Code namen (bijv. "SPIJKER") wijzigen. Als u een naam wijzigt, moet u ervoor zorgen dat u de naam van alle exemplaren wijzigt.
-
U kunt extra klasse namen en classificatie namen aanmaken. Volg gewoon het patroon in het XML-bestand om er meer te maken.