Een afbeelding geotaggen

Een geotag kan worden toegevoegd aan JPG afbeeldingen, die als bestand, afbeelding attribuut of mediabestand aan een punt zijn gekoppeld.

Wanneer afbeeldingen geotagged zijn, bevatten de eigenschappen van het bestand de GPS-coördinaten van waar de afbeelding is vastgelegd, een tijdstempel dat aangeeft wanneer de afbeelding is vastgelegd en andere relevante informatie, waaronder het punt-ID als de beschrijving van de afbeelding en de gebruikersnaam (indien van toepassing).

Om geotagging data te bekijken, selecteert u de afbeelding in de bestandsverkenner op uw apparaat en bekijkt u de Eigenschappen of Details van het bestand.

De geotag informatie van een afbeelding kan niet worden verwijderd.

  1. Tik op en selecteer Job. De huidige job is al geselecteerd.
  2. Tik op Eigenschappen.
  3. Tik op Mediabestanden.
  4. In het veld Koppel aan selecteert u Vorig punt, Volgend punt, of Puntnaam.
  5. Selecteer Afbeeldingen geotaggen.
  6. Druk op Accept.

Bij het vastleggen van afbeeldingen om aan attributen te koppelen kunt u in het attributen invoerscherm ook op Opties tikken en daarna Afbeeldingen geotaggen selecteren.

  1. Tik op en selecteer instrument / Camera. De camera applicatie op de bedieningseenheid wordt geopend.

  2. Om naar de camera aan de achterzijde te wisselen, tikt u op het symbool Camera wisselen in de linker bovenhoek.
  3. Tik op het Instellingen symbool.
  4. Tik op Kiezen of camera locatie informatie kan gebruiken.
  5. Tik op Ja om van applicatie te wisselen.
  6. Zet de optie Locatie service aan.
  7. Ga terug naar de camera applicatie en tik op de knop voor het vastleggen van beelden.