Webkaarten
Kaartachtergronden bieden context voor uw data. In plaats van uw eigen achtergrondafbeeldingen toe te voegen en mogelijk verouderde informatie weer te geven, kunt u een webkaart toevoegen die gebruikmaakt van actuele informatie van een web map provider. Beschikbare kaartdata kan kadastrale lagen, landtopografie of wegen omvatten. Kies de juiste service op basis van beschikbaarheid voor uw locatie, uw informatiebehoeften en uw workflow.
Als de web map provider aanmeldingsreferenties zoals een gebruikersnaam en wachtwoord of aanvullende URL-gegevens vereist om toegang te krijgen tot de service, kunt u de juiste Aanmeld methode in Trimble Access selecteren en configureren wanneer u de webkaart instelt, zodat uw aanmeldingsgegevens worden doorgegeven aan de service wanneer u verbinding maakt.

De verbinding met het WMS of WMTS moet worden geconfigureerd terwijl de bedieningseenheid met het Internet verbonden is.
Wanneer u offline werkt, kunt u kaartdata van het WMTS maximaal 7 dagen op de Trimble Access kaart gebruiken, maar u kunt alleen inzoomen of pannen op dezelfde data als toen de bedieningseenheid met het Internet verbonden was. Om kaartdata van een WMS in Trimble Access te gebruiken, moet de bedieningseenheid met het Internet verbonden zijn.
Als u een WMS of WMTS wilt gebruiken, maakt u in Trimble Access een nieuwe webkaart aan en voert u de URL in die u gebruikt om data van de service op te halen. Trimble Access slaat de configuratiegegevens voor elke WMS of WMTS op in een .wms of .wmts configuratiebestand in de map C:\ProgramData\
U kunt de zichtbaarheid van data van de webservice (inclusief sublagen) op het tabblad Kaartbestanden van het scherm Lagen manager beheren.
Data uit meer dan één WMS of WMTS kunt u in dezelfde job gebruiken en u kunt die naast Trimble Maps gebruiken. Gebruik de selectievakjes Basislaag en Transparante PNG's aanvragen om de volgorde en transparantie van webkaartlagen te bepalen. Zie WMS- of WMTS-instellingen configureren.

Nadat u met behulp van een web feature service een webkaart hebt aangemaakt, kunt u de data opslaan als een .json bestand, zodat u die in het veld kunt gebruiken als de bedieningseenheid niet met het Internet verbonden is.
Om de webkaart aan te maken, verbindt u de bedieningseenheid met het Internet (bijv.terwijl de bedieningseenheid op kantoor is) en configureert u de WFS instellingen, zodat Trimble Access verbinding maakt met de WFS. De software vraagt u vervolgens om de kaart te zoomen tot de kaartomvang die u wilt gebruiken en vervolgens de geogerefereerde vectorlagen te selecteren die beschikbaar zijn bij de WFS. Vervolgens kunt u de door u geselecteerde data opslaan als .wfs bestand, zodat u de data in het veld kunt gebruiken zonder Internet verbinding. U kunt zoveel exemplaren van de WFS data instellen als u nodig hebt - u kunt bijvoorbeeld dezelfde lagen in verschillende exemplaren selecteren, maar telkens een verschillende kaartomvang hebben om een ander gebied te bestrijken.
In het veld kunt u lijnen of polylijnen selecteren in het WFS-bestand op de kaart en die uitzetten. U kunt ook punten aanmaken op de uiteinden van lijnen en op alle punten op een polylijn door het keuzevakje Nodes aanmaken (DXF, Shape, 12da en LandXML) in te schakelen in het scherm Kaart instellingen. U kunt nodes ook aanmaken met behulp van de gereedschappen op de werkbalk Snap naar. De aangemaakte punten kunnen vervolgens worden geselecteerd om uit te zetten of voor Cogo berekeningen.
Wanneer u nodes of punten van items in het WFS-bestand maakt, kopieert Trimble Access de attributen van het item in het WFS-bestand en slaat die op bij het punt in de Trimble Access job.
Zorg er bij het uitzetten van WFS data voor dat u de nauwkeurigheid van de aangeleverde WFS data begrijpt en controleer of die zich in hetzelfde coördinatensysteem als de job bevindt.
Trimble Access ondersteunt de volgende online feature services:
-
Esri feature service
-
Open Geospatial Consortium (OGC) Web Feature Service (WFS) in de volgende standaarden:
-
OGC WFS 1.1.0
-
OGC WFS 2.0.0
-
Trimble Access ondersteunt feature service data die wordt aangeleverd als .json of .gml bestanden:
De volgende datatypen worden ondersteund voor elk formaat:
GeoJSON (.json) | GML (.gml) |
---|---|
punt, XYZ punt | punt, XYZ punt, multipunt |
lijnstring, multilijnstring | lijnstring, multilijnstring |
polygoon, multipolygoon | polygoon, multipolygoon |
curve, multicurve | |
oppervlak (alleen grens), multioppervlak (alleen grens) |

-
Om een webkaart toe te voegen, moet de bedieningseenheid met het Internet verbonden zijn. Zie Internet verbinding instellen voor informatie over het verbinden van de bedieningseenheid met het Internet.
De bedieningseenheid moet ook verbonden zijn met het Internet wanneer u een web map service (WMS) wilt gebruiken. Een Internet verbinding is niet vereist om WFS-data (Web Feature Service) weer te geven nadat u de data in een bestand hebt opgeslagen.
-
U moet de URL kennen die u voor de webkaart wilt gebruiken. Om ervoor te zorgen dat u de meest recente webkaartdata ontvangt, moet u het versienummer niet in de URL opnemen.
Als u een specifieke versie wilt gebruiken, voegt u het versienummer toe als parameter achter aan de URL, bijvoorbeeld: https://voorbeeldwms.org/wms?version=1.1.
-
Indien mogelijk moet u een EPSG-code selecteren die overeenkomt met het coördinatensysteem en de zone van de job.
Als Trimble Access in staat is om een bijpassende EPSG-code te detecteren, voegt het "(standaard)" toe achter dat item in de lijst en selecteert het standaard die EPSG-code. In sommige gevallen kan Trimble Access geen bijpassende EPSG-code detecteren en moet u er mogelijk zelf een selecteren. Als u niet zeker bent van de juiste EPSG-code voor het coördinatensysteem en de zone die u gebruikt, gaat u naar de EPSG.io website: epsg.io/.
Sommige WMS- of WMTS-services kunnen "EPSG:3857 - Web Mercator" of "EPSG:4326 - WGS 1984" opnemen in hun lijst met ondersteunde coördinatensystemen. Dit zijn "universele" coördinatensystemen die bij elke job kunnen worden gebruikt, ongeacht het coördinatensysteem. Het heeft nog steeds de voorkeur om een EPSG-code te selecteren die past bij het coördinatensysteem van de job als er een beschikbaar is, omdat de webkaart nauwkeuriger en betrouwbaarder kan worden gepositioneerd wanneer de coördinatensystemen identiek zijn. Web Mercator en WGS 1984 zullen echter in de meeste gevallen nog steeds nauwkeurige resultaten opleveren. Let op dat Trimble Access het gebruik van zowel Web Mercator als WGS 1984 met WMS-services ondersteunt, maar alleen Web Mercator wordt ondersteund met WMTS. WGS 1984 werkt niet met WMTS-services.

- Kaartservices worden geleverd op basis van uw huidige kaartlocatie en ‑schaal. Voordat u de webkaart toevoegt:
- Als er geen punten in de job zijn, toetst u een punt in met coördinaten die passen bij het job coördinatensysteem en die zich op een locatie bevinden die u op de kaart zou verwachten te zien.
- Zoom de kaart tot een redelijke schaal, 100 m of 1000 m werkt bijvoorbeeld beter dan 2 m of 20.000 km.
- Tik op
op de Kaart werkbalk of de Video werkbalk.
- In het scherm Job eigenschappen tikt u op de knop Lagen manager.
- Selecteer het tabblad Kaartbestanden.
-
Tik op Webkaarten.
(Veeg in de staande modus van rechts naar links over de rij softkeys om de softkey Webkaarten weer te geven.)
- Tik in het scherm Webkaarten op Nieuw.
- Voer de Naam van de webkaart in.
- Selecteer in het veld Type service het servicetype in.
-
Voer de URL van de web service in en tik op Enter.
Als de URL parameters voor inloggegevens bevat, zoals een gebruikersnaam en wachtwoord, adviseert Trimble deze uit de URL te verwijderen en in plaats daarvan de inloggegevens in te voeren door Eenvoudige HTTP-verificatie te selecteren in het veld Aanmeld methode. Zie De aanmeld methode voor de web service configureren hieronder voor meer informatie.
-
Selecteer de Aanmeld methode en configureer de vereiste instellingen. Zie De aanmeld methode voor de web service configureren .
-
Als de software de verbinding met de geconfigureerde server niet automatisch test, tikt u op Test.
-
Wanneer de test geslaagd s, worden er extra velden weergegeven in het scherm Webkaarten . Configureer instellingen voor de geselecteerde webservice. Zie de volgende secties:
-
Druk op Accept.
De naam van de webkaart die u hebt toegevoegd, wordt weergegeven op het tabblad Kaartbestanden van de Lagen manager.
-
Om data van de webkaart zichtbaar te maken op de Trimble Access kaart, tikt u op de naam van de webkaart in de Lagen manager.
Om lagen van de webkaart zichtbaar te maken of te verbergen, tikt u op de pijl naast de naam van de laag en daarna tikt u op individuele lagen om die zichtbaar te maken of te verbergen.
-
Om de Lagen manager af te sluiten en naar de kaart terug te keren, tikt u op Accept.
Om de Lagen manager te openen, gaat u op één van de volgende manieren te werk:
Bij het weergeven van WMS-data:
-
Als u data van de WMS op de kaart wilt weergeven, moet u mogelijk inzoomen tot een geschikt niveau. Verschillende niveaus van kaartdetails kunnen op verschillende zoomniveaus worden weergegeven.
-
Problemen met de Internet verbinding kunnen van invloed zijn op de weergave van webkaarten. Als de kaart geen data van de webkaart weergeeft, gaat u terug naar het scherm Webkaart, selecteert u de webkaart in de lijst en tikt u vervolgens op Test om te controleren of de software verbinding kan maken met de geconfigureerde server.
-
Voor een beter contrast met features in de job of in andere gekoppelde bestanden gebruikt u de schuifregelaar Transparantie van de kaart om de transparantie van WMS data te verhogen. Zie Transparantie van kaart data.

Het veld Aanmeld methode biedt opties voor het aanmelden bij de webkaart. Afhankelijk van de server instellingen kunnen uw aanmeldgegevens versleuteld zijn wanneer ze aan de server worden doorgegeven.
Hoewel veel openbaar beschikbare services geen verificatievereisten hebben, kan dit vrij technisch zijn om in te stellen. U moet de aanmeldgegevens invoeren die u van de webkaart provider hebt ontvangen.
Als u een WMS URL gebruikt die aanmeldgegevens als parameters bevat, kunt u de aanmeldgegevens behouden als onderdeel van de URL en Geen selecteren in het veld Aanmeld methode. Aanmeldgegevens die deel uitmaken van de URL worden echter nooit versleuteld. Om ervoor te zorgen dat uw aanmeldgegevens kunnen worden versleuteld als dat door de server instellingen wordt ondersteund, adviseert Trimble de aanmeldparameters uit de URL te verwijderen, Eenvoudige HTTP-verificatie te selecteren in het veld Aanmeld methode en vervolgens de Gebruikersnaam en het Wachtwoord in te voeren.
-
Als u de verificatiemethode wilt selecteren, selecteert u aan het einde van het scherm Webkaart de juiste Aanmeld methode in de keuzelijst.
-
Geen: voor veel services is geen verificatie vereist.
-
ArcGIS Token Server: vereist een Token Server URL en een account Gebruikersnaam en Wachtwoord.
Als u het vakje Accountgegevens opslaan inschakelt, worden Gebruikersnaam en Wachtwoord opgeslagen in het configuratiebestand op de bedieningseenheid. Raadpleeg de onderstaande opmerking voor meer informatie.
-
Eenvoudige HTTP-verificatie: vereist een gebruikersnaam en wachtwoord voor een account.
Als u het vakje Accountgegevens opslaan inschakelt, worden Gebruikersnaam en Wachtwoord opgeslagen in het configuratiebestand op de bedieningseenheid. Raadpleeg de onderstaande opmerking voor meer informatie.
-
OAuth: is het veiligste type verificatie en vereist vrij uitgebreide invoer. Neem contact op met uw OAuth serviceprovider voor deze gegevens.
Tik na configuratie op Ophalen om de aanmeldingspagina van de server in uw webbrowser te openen. Afhankelijk van de server instellingen kan deze pagina worden geopend, automatisch de inloggegevens accepteren en vervolgens worden gesloten zonder zichtbaar te zijn. De webpagina kan u ook vragen om in te loggen met meervoudige verificatie.
-
ArcGIS Online: in feite een vooraf ingevulde OAuth-verbinding, dit kan enige configuratie aan de serverzijde vereisen om Trimble Access met succes te laten verbinden.
Tik na configuratie op Ophalen om de aanmeldingspagina van de server in uw webbrowser te openen. Afhankelijk van de server instellingen kan deze pagina worden geopend, automatisch de inloggegevens accepteren en vervolgens worden gesloten zonder zichtbaar te zijn. De webpagina kan u ook vragen om in te loggen met meervoudige verificatie.
Bij de aanmeldmethoden ArcGIS Token Server en Eenvoudige HTTP-verificatie verschijnt het keuzevakje Accountgegevens opslaan:
-
Schakel het vakje Accountgegevens opslaan in om de Gebruikersnaam en het Wachtwoord in het configuratiebestand op te slaan.
Hierdoor kan uw organisatie kiezen voor een gemeenschappelijke gedeelde aanmelding voor alle gebruikers, zodat gebruikers geen individuele inloggegevens hoeven te beheren.
-
Schakel het selectievakje Accountgegevens opslaan uit om te voorkomen dat de velden Gebruikersnaam en Wachtwoord worden opgeslagen in het configuratiebestand en in plaats daarvan de gebruiker te verplichten deze gegevens in te voeren telkens wanneer de software probeert de WMS of WFS data te laden.
Hierdoor kan uw organisatie de verbeterde beveiliging gebruiken, waarbij elke individuele gebruiker moet inloggen en op individueel niveau toegang moet krijgen tot elke feature service.
-
-
Nadat u de juiste gegevens hebt ingevoerd, tikt u op Test om de ontvangst van een geldig aanmeldings-token te bevestigen. Een bericht bevestigt dat de software met de server kan communiceren, of dat er een probleem is.

Nadat u de URL voor een WFS hebt ingevoerd, configureert u de overige instellingen voor de webkaart:
-
Controleer of in het veld Coördinatensysteem de juiste EPSG-code wordt weergegeven. De EPSG-codes in de lijst worden aangeleverd door de WFS. Trimble Access selecteert de meest waarschijnlijke EPSG-code die moet worden gebruikt, op basis van data die al in de job aanwezig is.
De EPSG-code moet passen bij het coördinatensysteem en de zone van de job. Als u niet zeker bent van de juiste EPSG-code voor het coördinatensysteem en de zone die u gebruikt, gaat u naar de EPSG.io website: epsg.io/.
-
Selecteer in het veld Bounding box type het formaat en volgorde van de coördinaten die door de bounding box functie worden gebruikt.
Web feature services die gebruik maken van de oudere OGC WFS 1.1.0 standaard vereisten vaak bounding box coördinaten in omgekeerde breedte- en lengtegraad coördinaten volgorde.
- Het veld Bounding box EPSG verzenden bepaalt of de bounding box coördinaten EPSG aan de ophaal aanvraag van de bounding box wordt toegevoegd. Deze instelling hoeft maar zelden te worden aangepast en als u het niet zeker weet, laat deze dan op Ja (standaard) staan.
-
Schakel het selectievakje As volgorde omkeren in om de coördinaten volgorde van ontvangen feature data om te keren.
Web feature services die gebruik maken van de OGC WFS-standaard en data in GML-formaat aanleveren, vereisen vaak een omgekeerde coördinaten volgorde.
- Als de WFS vereist dat gebruikers inloggen om de service te gebruiken, selecteert u de verificatiemethode in het veld Inlogmethode en voert u vervolgens de vereiste gegevens in. Zie De aanmeld methode voor de web service configureren verderop voor meer informatie.
- Druk op Vlgnd.
- Voer de naam van het .wfs bestand in dat u wilt aanmaken op basis van dit exemplaar van de WFS en selecteer vervolgens de geogerefereerde vectorlagen van de WFS die u wilt opnemen. Tik op Alles of Geen om snel alle lagen te (de)selecteren en tik vervolgens op afzonderlijke lagen in de lijst om de selectie te wijzigen. Druk op Vlgnd.
-
Gebruik de kaartwerkbalk om de kaart te zoomen en te pannen tot de gewenste omvang en tik vervolgens op Start om de data naar het bestand te downloaden.
De software toont de voortgang van de download. Als u meer informatie wilt bekijken over elke laag die u hebt geselecteerd, tikt u op Resultaten. Als lagen de feature limiet of time-out limiet hebben overschreden, kunt u een kleiner kaartgebied kiezen en het opnieuw proberen.
-
Tik op Opslaan om de gedownloade lagen op te slaan.
Het .wfs bestand wordt opgeslagen in de System Files map en metadata over de gedownloade lagen worden opgeslagen in de map .wfs Files in de <project> map.
Problemen met de Internet verbinding kunnen van invloed zijn op de weergave van webkaarten. Als de kaart geen data van de webkaart weergeeft, gaat u terug naar het scherm Webkaart, selecteert u de webkaart in de lijst en tikt u vervolgens op Test om te controleren of de software verbinding kan maken met de geconfigureerde server.

Nadat u de URL voor een WMS of WMTS hebt ingevoerd, configureert u de overige instellingen voor de webkaart:
-
Controleer of in het veld Coördinatensysteem de juiste EPSG-code wordt weergegeven. De EPSG-codes in de lijst worden aangeleverd door de service. Trimble Access selecteert de meest waarschijnlijke EPSG-code die moet worden gebruikt, op basis van data die al in de job aanwezig is.
De EPSG-code moet passen bij het coördinatensysteem en de zone van de job. Als u niet zeker bent van de juiste EPSG-code voor het coördinatensysteem en de zone die u gebruikt, gaat u naar de EPSG.io website: epsg.io/.
-
Als u Web Mercator als coördinatensysteem voor een WMS of WMTS selecteert, wordt het selectievakje Job datum gebruiken weergegeven. Als u weet dat de WMS- of WMTS-server Web Mercator coördinaten gebruikt die refereren aan dezelfde datum als uw job in plaats van WGS 1984, schakelt u het selectievakje Job datum gebruiken in.
De instelling Job datum gebruiken corrigeert een mogelijk onjuiste alignering in de beelddata van maximaal 1-2 meter wanneer het Web Mercator coördinatensysteem gebaseerd is op een onderliggende datum die niet WGS 1984 is. Mogelijk moet u contact opnemen met de aanbieder van de WMS- of WMTS-service om te bepalen of de Web Mercator coördinaten van de server refereren aan WGS84 of een andere datum.
-
Schakel het selectievakje Basis laag in als u wilt dat data van deze webservice onder andere webkaartlagen worden weergegeven.
Als u data uit meer dan één webkaart in de job gebruikt, worden de lagen in de volgende volgorde weergegeven: Trimble Maps afbeeldingen (indien gebruikt) zijn de onderste laag, webkaarten waarvoor Basis laag is geselecteerd, worden daarboven weergegeven en webkaarten waarvoor Basis laag niet is geselecteerd, worden daarboven weergegeven.
-
Selecteer het keuzevakje Om transparante PNG's vragen om transparante PNG-bestanden in plaats van JPG-bestanden van de WMS te vragen.
Dit is handig als u data van meer dan één webservice in de job gebruikt en u wilt dat data van deze webservice wordt weergegeven boven op data van andere webservices.
PNG-bestanden zijn afbeeldingen met een hogere resolutie dan JPG-bestanden en kunnen meer data verbruiken. Niet alle WMS-services bieden transparante PNG-bestanden aan. Veel WMTS-services bieden standaard transparante PNG-bestanden aan.
Voor meer gedetailleerde informatie over het instellen van of het oplossen van problemen met een webkaart raadpleegt u de support notitie Web map support in Trimble Access, die u kunt downloaden van de pagina Support bulletins.