Ingemeten tunnelpunten bekijken

1. Tik op en selecteer Bekijk.

2. Selecteer het tunnelbestand. Druk op Accept.

   De plattegrond van de tunnel verschijnt.

   Stations zonder scanpunten buiten tolerantie worden als gevulde groene cirkels weergegeven, die met fouten als gevulde rode cirkels.

3. Standaard is het eerste station geselecteerd. Selecteer indien nodig andere stations. Het geselecteerde station wordt als een rode cirkel weergegeven.
4. Een samenvatting voor elk station bekijken:
   1. Tik op Resultaten.
   2. Vouw het station uit dat u wilt bekijken. Om het aantal te bekijken van:
      • gescande punten, het aantal punten binnen tolerantie en het aantal punten buiten tolerantie, vouwt u de record Gescande punten uit.
      • uitgezette punten en het aantal punten binnen tolerantie, vouwt u de record Uitgezette punten uit.
      • punten in te veel uitgegraven, te weinig uitgegraven en delta station, vouwt u de record Punten buiten tolerantie uit.
   3. Druk op Sluiten.
5. Het dwarsprofiel voor het huidige station bekijken:
   1. Tik op , of druk op de Tab toets om naar de dwarsprofiel weergave te wisselen.

   2. Houd op het scherm ingedrukt en selecteer Gescande punten of Uitgezette punten.

      De geselecteerde modus, Scannen of Uitzetten, wordt linksboven aan het scherm weergegeven.

   Elke gescande positie wordt als groene cirkel weergegeven als die binnen tolerantie is, of als rode cirkel als die niet binnen tolerantie is.

   Gemeten uitgezette posities worden door een gevulde zwarte cirkel aangeduid.

   De punt naam, te veel/te weinig uitgegraven en delta station waarden worden voor de huidige positie weergegeven.

6. Druk op andere punten om de delta waarden daarvan te bekijken.
7. Om het geselecteerde punt te verwijderen, houdt u op het scherm ingedrukt en selecteert u Punt verwijderen. Om verwijderde punten te herstellen, houdt u op het scherm ingedrukt en selecteert u Gewiste punten herstellen.
8. Het geselecteerde punt wijzigen:
   1. Houd op het scherm ingedrukt en selecteer Punt wijzigen.

   2. Voer een Onder‑/Overgraaf correctie waarde in.

      De getoonde Onder‑/Overgraaf waarde wordt bijgewerkt met de correctie. De correctie wordt loodrecht op het tunnel ontwerp toegepast en gebruikt om de oorspronkelijke waarneming te wijzigen en nieuwe HH, VH en SA waarden te berekenen. Er wordt een notitie aan de dwarsprofiel record in de job gekoppeld, waarin de naam van het gewijzigde punt, de oorspronkelijke onder-/overgraaf waarde, de toegepaste correctie, de nieuwe onder-/overgraaf waarde en de oorspronkelijke HH, VH en SA waarden vermeld zijn.

      Gebruik deze optie om gescande punten die naar een obstakel en niet naar het tunnel oppervlak zijn gemeten te corrigeren, bijvoorbeeld ventilatiekanalen.

9. Details van een geselecteerd punt bekijken:
   1. Tik op Details.

   2. Vouw het punt uit dat u wilt bekijken.

      Voor elk punt worden de offsets (waar), offsets (geroteerd) grid coördinaten, onder-/overgraven en delta station waarden weergegeven. Om te bekijken:

      • de horizontale en verticale offsets van het snijpunt van het horizontale en verticale alignement naar de gescande/gemeten positie, vouwt u de Offsets (waar) record uit.
      • de geroteerde horizontale en verticale offsets van het snijpunt van het geroteerde horizontale en verticale alignement naar de gescande/gemeten positie, vouwt u de Offsets (geroteerd) record uit.
      • de noord, oost, en hoogte waarden van de gemeten posities, vouwt u de Grid record uit.
   3. Druk op Sluiten.
10. Om het scherm Bekijk te sluiten, tikt u op Esc.