Eisen t.a.v. uit te zetten posities
Uitzetposities definiëren meestal boutgat- of boorgatlocaties in de tunnel en worden ook gebruikt om springgaten in het tunnelvlak of gaten voor het installeren van buizen te definiëren. Alle uitzetposities worden gedefinieerd door station en offset waarden en een methode.
U kunt uitzetposities intoetsen als onderdeel van de tunneldefinitie met behulp van het scherm Uitzetten in Trimble Access. U kunt de uitzetposities ook ontwerpen in Trimble Business Center en die vervolgens opslaan als TXL-bestand voor gebruik in Trimble Access, of u kunt uitzetposities importeren uit een CSV-bestand. Als u uit te zetten posities wilt intoetsen of importeren, zie Uit te zetten posities toevoegen.
Het uitzetten van posities met behulp van Trimble Access Tunnels verwijst naar het proces van het uitzetten van de ontworpen posities en het fysiek markeren van de locatie van uit te zetten punten op het tunneloppervlak, zodat boorapparatuur naar de juiste locatie van elk punt kan worden geleid voor het boren van het gat en het installeren van de bout of buis. Zie Vooraf gedefinieerde posities uitzetten.

Ondersteunde typen uitzet posities zijn:
- Eindvlak schietgaten
- Boutgaten m.b.v. de volgende methoden:
- Radiaal
- Horizontaal
- Verticaal
- Meerdere radiaal
- Buizen
Bekijk de volgende afbeelding:
1
Springgat
2
Radiaal
3
Horizontaal
4
Verticaal
5
Meerdere radiaal
6
Alignement
7
Offset midden
8
Interval
9
Buizen

Raadpleeg het onderstaande diagram om posities voor schietgaten uit te zetten.
1
Positie van schietgat
2
Ontwerp positie
3
Ontwerp oppervlak
4
Tunnel oppervlak
5
Tunnel alignement

Raadpleeg het onderstaande diagram voor het uitzetten van boutgaten, gedefinieerd d.m.v. de radiale (inclusief meerdere radiaal), horizontale en verticale methoden.
1
Uitzetpositie radiaal gedefinieerd
2
Uitzetpositie horizontaal gedefinieerd
3
Uitzetpositie verticaal gedefinieerd
4
Ontwerp positie
5
Ontwerp oppervlak
6
Tunnel oppervlak
7
Middelpunt voor radiale positie

Buisposities uitzetten om bogen van buizen te installeren, die zich in de lengte over het geplande tunnel alignement uitstrekken, om het plafond van het werkgebied te versterken. Meestal wordt een reeks regelmatig verdeelde en overlappende buisbogen (een buisparaplu of dakbuis) geïnstalleerd tijdens de sequentiële uitgraving van de tunnel.
1
Alignement
2
Pipe umbrella
3
Horizontale offset (buis begin)
4
Verticale offset (buis begin)
5
Horizontale offset (buis einde)
6
Verticale offset (buis einde)
7
2D-afstand over het alignement.

U kunt geen Meerdere radiaal uit te zetten punten importeren.
Het vereiste formaat voor het CSV-bestand is:
Startstation, Eindstation, Type, HorzOffset, VertOffset, Code, Richting, Oppervlak, ExtraHorzOffset, ExtraVertOffset, Lengte.
Bekijk de volgende voorbeelden voor het formaat van elke uitzetmethode:
Uitzet posities | Methode | Waarden | Voorbeeld |
---|---|---|---|
Eindvlak schietgaten |
Schietgat |
Startstation, Eindstation, Type, HorzOffset, VertOffset, Code |
40,60,Blasthole,0.5,‑0.5,Blast hole |
Radiale boutgaten |
Radiaal |
Startstation, Eindstation, Type, HorzOffset, VertOffset, Code, Richting, Oppervlak, HorzMidden, VertMidden |
0,40,Radial,‑3.2,2.2,Bolt hole,,S2,1.05,0.275 |
Horizontale boutgaten |
Horizontaal |
Startstation, Eindstation, Type, HorzOffset, VertOffset, Code, Richting, Oppervlak |
0,20,Horizontal,,3.1,Bolt hole,Right,S2 |
Verticale boutgaten |
Verticaal |
Startstation, Eindstation, Type, HorzOffset, VertOffset, Code, Richting, Oppervlak |
0,,Vertical,3.2,,Bolt hole,Up,S2 |
Buizen | Pijp |
Startstation, Eindstation, Type, HorzOffset, VertOffset, Code, EindeHorzOffset, EindeVertOffset, Buislengte |
0,,Pipe,‑1.0,2.5,Pipe,-1.1,2.6,5.0 |
- De waarden Oppervlak naam, Code, Horizontale offset en Verticale offset zijn optioneel.
- Als er geen Oppervlak naam is opgegeven, of de Oppervlak naam niet van toepassing is voor het opgegeven stationbereik, wordt het eerste sjabloon oppervlak dat geschikt is voor het stationbereik gebruikt.
- De waarde van Methode moet een van de volgende zijn: Schietgat, Horizontaal, Verticaal, Radiaal, Buis.
- De waarde van Richting moet een van de volgende zijn: Omhoog, Omlaag, Links, Rechts, of blanco (voor een radiale offset, schietgat of buis).