Meetband afstanden
Gebruik de functie Meetband afstanden om snel punten toe te voegen die bouwwerken met rechte hoeken zoals gebouwen of funderingen definiëren. Bij aansluiten op een bekend punt wordt de sluitfoutwaarde weergegeven en kan deze worden aangepast.
Er zijn twee methoden om een bouwwerk te definiëren:
-
Wanneer u de Twee punten methode gebruikt, voert u twee bekende punten in, of meet u die om de locatie van de eerste zijde vast te leggen.
-
Wanneer u de Eén punt methode gebruikt, voert u één bekend punt in of meet u dat en tikt u vervolgens op het scherm om de geschatte oriëntatie van de eerste zijde in te stellen.
Daaropvolgende punten worden in hoeken van 90° op, of evenwijdig aan, de eerste zijde aangemaakt. Er worden automatisch lijnen aangemaakt en in de job opgeslagen terwijl u punten aanmaakt.
Aansluiten op een bekend punt:
-
Als u de Twee punten methode gebruikt, kunt u teruggaan naar het begin, of u kunt aansluiten op een derde bekend punt.
-
Als u de Eén punt methode gebruikt, moet u aansluiten op een tweede bekend punt.
Wanneer u de gemeten afstand tot een bekend punt invoert, wordt een sluitfoutwaarde berekend en geeft een rode stippellijn aan hoe de zijden zullen bewegen wanneer u dit aanpast. U kunt er dan voor kiezen om op Aanpassen te tikken om de fout over de gemeten zijden te verdelen, of u kunt op Toevoegen tikken om aan te sluiten op het bekende punt zonder de zijden aan te passen. Of u nu op Aanpassen of Toevoegen tikt, de zijden worden opgeslagen en kunnen niet worden gewijzigd.
Als u meetband afstanden wilt gebruiken, moet de taak een volledig gedefinieerd coördinatensysteem gebruiken of Alleen schaalfactor gebruiken. Meetband afstanden kunnen niet worden gebruikt in een job met Geen projectie/geen datum.
Nadat u op een bekend punt hebt aangesloten, kunt u de methode selecteren om opnieuw te beginnen met meetband afstanden en doorgaan met het toevoegen van zijden totdat u terug bent op het begin.
Een bouwwerk meten met behulp van Meetband afstanden
- Tik op
en selecteer Cogo / Meetband afstanden.
- Selecteer de methode:
Gebruik de methode Twee punten als u twee punten hebt die de uiteinden van één zijde definiëren.
Gebruik de methode Eén punt als u maar één punt hebt om mee te beginnen.
- Definieer de eerste zijde:
- De eerste zijde definiëren met behulp van Twee punten:
- Selecteer of meet het Start punt en Eind punt.
- Voer de hoogte in. Om de hoogte van het Start punt of Eind punt te selecteren, tikt u op
naast het veld Elevatie.
- Druk op Accept.
- De eerste zijde definiëren met behulp van Eén punt:
- Selecteer of meet het Start punt.
- Voer de hoogte in. Om de hoogte van het startpunt te selecteren, tikt u op
naast het veld Hoogte.
- Tik op de kaart om de eerste oriëntatie van de eerste zijde in te stellen.
- Druk op Accept.
- De eerste zijde definiëren met behulp van Twee punten:
- De volgende zijde definiëren:
Om de oriëntatie voor het volgende punt in te stellen, tikt u op de kaart ongeveer 90° links of rechts van de rode streepjeslijn in de richting waarin u de zijde wilt laten lopen.
De rode streepjeslijn toont de huidige oriëntatie voor de volgende zijde.
- Ga op een van de volgende manieren te werk om de lengte van de volgende zijde in te stellen:
Voer in het veld Lengte de afstand tot het volgende punt in met behulp van de oriëntatie die op de kaart is gedefinieerd.
Als u een laser rangefinder gebruikt, tikt u op
en selecteert u Laser. Meet de afstand met de laser. De gemeten afstand verschijnt in het veld Lengte.
Om de oriëntatie van de lijn te wijzigen, kunt u + of - invoeren vóór de waarde in het veld Lengte:
Als u de oriëntatie met +90° (met de klok mee) wilt wijzigen, voert u + in.
Als u de oriëntatie met -90° (tegen de klok in) wilt wijzigen, voert u - in.
Tik op Toevoegen.
-
Om de volgende zijden van het bouwwerk te definiëren, herhaalt u stap 4 hierboven voor elke volgende zijde.
-
Als u denkt dat u op enig moment een fout hebt gemaakt, bijvoorbeeld als de vorm van het bouwwerk er niet goed uit ziet op de kaart, tikt u op Wijzigen. Zie De zijden van het bouwwerk wijzigen alvorens het op te slaan verderop.
-
U kunt op elk gewenst moment op Opsl. tikken om de ingevoerde afmetingen op te slaan zonder het bouwwerk te sluiten of aan te passen.
-
-
Aansluiten op een bekend punt of het bouwwerk sluiten:
-
Als u op aan een ander bekend punt wilt aansluiten, zodat u indien nodig meer punten en zijden aan het bouwwerk kunt toevoegen, selecteert u het punt of voert u de naam van het punt in. De software toont de Lengte (berekend) tot het bekende punt. Voer de Lengte (gemeten) tot het bekende punt in.
-
Om het bouwwerk weer te sluiten tot aan het begin, tikt u op Sluiten. De software verbindt het huidige punt met het begin.
Deze optie is alleen beschikbaar als u bent begonnen met Twee punten.
Zodra u op Sluiten hebt getikt, of op het extra bekende punt hebt aangesloten en de gemeten afstand tot dat punt hebt ingevoerd, toont de software de Sluitfout waarden. De rode streepjeslijn op de kaart geeft aan hoe de sluitfout over de zijden van het bouwwerk wordt verdeeld als u in de volgende stap op Aanpassen tikt.
-
-
Kies of u de gemeten afstanden wilt aanpassen bij het aansluiten op een bekend punt:
-
Als de Sluitfout waarde te hoog is, tikt u op Wijzigen en meet u de zijden van het bouwwerk opnieuw. Zie De zijden van het bouwwerk wijzigen alvorens het op te slaan verderop.
-
Als de Sluitfout waarde redelijk is en u de sluitfout over het bouwwerk wilt verdelen, tikt u op Aanpassen. De aanpassing wordt toegepast en opgeslagen.
-
Bij gebruik van de Eén punt methode worden alle metingen geroteerd en geschaald om tussen het start- en eindpunt te passen.
-
Bij gebruik van de Twee punten methode wordt de oorspronkelijke lengte tussen de twee bekende punten vastgezet en wordt een Langs of Dwars fout proportioneel verdeeld in de richtingen Langs en Dwars.
-
Bij beide aanpassingen blijven de binnenhoeken van 90° behouden.
-
Een Meetband afstand puntrecord wordt opgeslagen met de gemeten lengte en een Aangepaste meetband afstand record wordt opgeslagen met de aangepaste coördinaten.
De aangepaste puntenrecords hebben dezelfde naam als de originele punten en hebben een hogere zoekklasse, wat betekent dat de lijnen worden getrokken tussen de aangepaste meetband afstand punten.
-
-
Als u de aanpassing niet wilt toepassen, tikt u op Toevoegen om het bekende punt aan het bouwwerk toe te voegen met de bestaande puntnaam.
-
- Om meer punten en zijden aan het bouwwerk toe te voegen, kunt u opnieuw beginnen vanaf twee punten of één punt. U kunt ook op Esc tikken om het scherm met Meetband afstanden te sluiten.
De zijden van het bouwwerk wijzigen alvorens het op te slaan
Op elk moment vóór het opslaan kunt u de door u ingevoerde meetwaarden wijzigen. Dat is handig als u denkt dat u een fout hebt gemaakt, bijvoorbeeld als de vorm er niet goed uitziet op de kaart of de Sluitfout waarde te hoog lijkt.
-
Tik op Wijzigen om de lijst van elke ingevoerde zijde te bekijken.
-
Tik in de lijst om de zijde te selecteren, of gebruik de pijltoetsen om de zijde in de lijst te markeren en druk vervolgens op Enter.
- Voer indien nodig de nieuwe waarde voor Lengte in.
- Als u de richting van de lijn wilt wijzigen, tikt u in de Lengte waarde en vervolgens op de kaart, of typt u + of - vóór de waarde in het veld Lengte. U kunt ook op de kaart tikken om de richting van de lijn te veranderen.
- Druk op Accept. De software keert terug naar de lijst Wijzigen.
-
Selecteer een andere waarde om te wijzigen, of tik op Esc om de lijst Wijzigen te sluiten.