Het coördinatensysteem kiezen
Voordat u een meting start, is het belangrijk dat u een geschikt coördinatensysteem kiest. Welke parameters u moet configureren, is afhankelijk van of de job waarnemingen van een conventioneel instrument of een GNSS ontvanger bevat.
U moet het coördinatensysteem of de kalibratie niet wijzigen nadat u punten uitgezet hebt, of offset- of snijpunten berekend hebt. Als u dat wel doet, zijn de eerder uitgezette of berekende punten niet in overeenstemming met het nieuwe coördinatensysteem en punten die na de wijziging berekend of uitgezet worden.

Als de job alleen waarnemingen van een conventioneel instrument zal bevatten, kunt u het coördinatensysteem en de zone opgeven door die te selecteren in de bibliotheek, of door de parameters in te toetsen. Bij elk van beide methoden kunt u grid- of landcoördinaten gebruiken. Grid-coördinaten worden op het grid niveau berekend, hetgeen meestal op het ellipsoïde niveau is.
Omdat in een conventionele meting de metingen meestal op landniveau worden uitgevoerd, kunt u kiezen om landcoördinaten te gebruiken en daarna de schaalfactor in te toetsen of de schaalfactor te berekenen die de software zal gebruiken bij het converteren van landwaarnemingen naar grid. Om land coördinaten te gebruiken, zie Instellen van een land coördinatensysteem.
Als u in een klein gebied werkt en niet zeker weet welk coördinatensysteem u moet gebruiken, selecteert u de projectie Alleen schaalfactor en toetst u een schaalfactor van 1,000 in.

Als de job GNSS waarnemingen zal bevatten, bestaan de coördinatensysteem instellingen uit een projectie en een datum transformatie. U kunt de kaartprojectie en datum transformatie opgeven door die te selecteren in de bibliotheek, of door de parameters in te toetsen.
Wanneer u in de job een RTK meting uitvoert, moet u controleren of de geselecteerde real-time correctiebron GNSS posities levert in dezelfde datum als getoond in het veld Globale referentie datum in het scherm Selecteer coördinatensysteem in de job eigenschappen.
Nadat u een coördinatensysteem hebt gekozen, zoekt u in uw meetarchieven naar eventuele horizontale en verticale controlepunten in dat coördinatensysteem die zich in het in te meten gebied bevinden. Die punten kunt u vervolgens gebruiken om een GNSS meting te kalibreren. Kalibratie is het proces van het aanpassen van geprojecteerde (grid) coördinaten aan de lokale coördinaten.Er kunnen geringe verschillen tussen lokale grondslag‑ en aan GNSS ontleende coördinaten bestaan. Deze verschillen kunnen met behulp van geringe vereffeningen worden gereduceerd. Trimble Accessberekent de vereffeningen wanneer u de functie Lokale kalibratie gebruikt. Deze worden de horizontale en de verticale vereffening genoemd. Zie Lokale kalibratie.
Wanneer u met VRS meet en de RTCM uitzending coördinatensysteem parameters bevat, kunt u de job instellen op het gebruik van de instellingen uit de Uitgezonden RTCM berichten.
Bij elk van beide methoden kunt u grid- of landcoördinaten gebruiken. Grid-coördinaten worden op het grid niveau berekend, hetgeen meestal op het ellipsoïde niveau is. Omdat tijdens een inmeting de metingen meestal op landniveau worden uitgevoerd, kunt u kiezen om landcoördinaten te gebruiken en daarna de schaalfactor in te toetsen of de schaalfactor te berekenen die de software zal gebruiken bij het converteren van landwaarnemingen naar grid. Om land coördinaten te gebruiken, zie Instellen van een land coördinatensysteem.
Als u niet zeker weet welk coördinatensysteem u moet gebruiken, selecteert u de optie Geen projectie/geen datum.

Als u conventionele waarnemingen met GNSS waarnemingen wilt gaan combineren, kiest u een coördinatensysteem dat de mogelijkheid biedt GNSS waarnemingen als grid punten te bekijken. Dit betekent dat u een projectie en een datum transformatie moet definiëren.
U kunt het veldwerk voor een gecombineerde meting weliswaar uitvoeren zonder een projectie en datum transformatie te definiëren, maar u kunt de GNSS waarnemingen dan niet als grid coördinaten bekijken.
Om GNSS metingen met tweedimensionale conventionele waarnemingen te combineren, stelt u een project hoogte voor de job in.