Beginnen met het uitzetten van een GENIO weg

Om een GENIO weg uit te zetten, kunt u vanaf de kaart of via het menu werken.

U moet het coördinatensysteem of de kalibratie niet wijzigen nadat u punten uitgezet hebt, of offset- of snijpunten berekend hebt. Als u dat wel doet, zijn de eerder uitgezette of berekende punten niet in overeenstemming met het nieuwe coördinatensysteem en punten die na de wijziging berekend of uitgezet worden.

  1. Op de kaart tikt u op de weg.

    Als de weg die u wilt uitzetten niet op de kaart wordt weergegeven, tikt u op op de werkbalk van de kaart om Lagen manager te openen en daarna selecteert u de tab Kaartbestanden. Selecteer het bestand en maak de bijbehorende laag of lagen zichtbaar en selecteerbaar. Het bestand moet in de huidige projectmap aanwezig zijn.

    In plaats van een gedefinieerde weg te selecteren, kunt u die ook direct definiëren wanneer u hem nodig hebt. Zie Een GENIO weg definiëren.

  2. Druk op de softkey Uitzetten.

    Als u nog geen meting hebt gestart, vraagt de software u de benodigde stappen uit te voeren om de meting te starten.

  3. Voer een waarde in het veld Antenne hoogte of Prisma hoogte in en zorg ervoor dat het veld Gemeten naar correct ingesteld is.
  4. Schakel de wisseloptie Uitgraven/ophogen tot oppervlak in.
    1. Selecteer in het veld Oppervlak het oppervlak bestand uit de huidige projectmap.

    2. Geef indien nodig in het veld Offset t.o.v. oppervlak een offset ten opzicht van het oppervlak op. Tik op om te selecteren of de offset verticaal of loodrecht op het oppervlak moet worden toegepast. 

    3. Als u de afstand tot het oppervlak wilt weergeven in het navigatiescherm voor uitzetten, tikt u op Opties. Tik in het groepsvak Delta's op Wijzigen en selecteer de V.Afst oppervlak op huidige pos. of de Loodr. afst oppvl op huidige pos. delta. Druk op Accept.

  5. Tik op Opties om voorkeuren te configureren voor Helling, Uitgezette punten details, Toon en Beschikbare stations. 

  6. Druk op Vlgnd.

    De plattegrond van de weg verschijnt.

  7. Selecteer het item dat u wilt uitzetten. Voor de volgende stappen raadpleegt u het onderwerp voor de desbetreffende uitzetmethode.

    Zodra de positie gemeten en opgeslagen is, gaat de software terug naar het navigatiescherm, waarin u het volgende punt op de weg/string kunt selecteren, of naar de plattegrond weergave, waarin u een andere uitzetmethode kunt selecteren.

  1. Tik op en selecteer Uitzetten.
  2. Tik op Wegen uitzetten.
  3. Als u nog geen meting hebt gestart, vraagt de software u de benodigde stappen uit te voeren om de meting te starten.

  4. In het scherm Bestand selecteren selecteert u het GENIO bestand. Het bestand moet in de huidige projectmap aanwezig zijn.

    Om de software zo te configureren dat het weg selectiescherm verschijnt in plaats van de kaart wanneer u een positie hebt gemeten en opgeslagen, tikt u op Opties en selecteert u het keuzevakje Weg keuzescherm weergeven bij verlaten.

  5. Druk op Vlgnd.

  6. Selecteer de weg die u wilt uitzetten. Druk op Vlgnd.
  7. Voer een waarde in het veld Antenne hoogte of Prisma hoogte in en zorg ervoor dat het veld Gemeten naar correct ingesteld is.
  8. Schakel de wisseloptie Uitgraven/ophogen tot oppervlak in.
    1. Selecteer in het veld Oppervlak het oppervlak bestand uit de huidige projectmap.

    2. Geef indien nodig in het veld Offset t.o.v. oppervlak een offset ten opzicht van het oppervlak op. Tik op om te selecteren of de offset verticaal of loodrecht op het oppervlak moet worden toegepast. 

    3. Als u de afstand tot het oppervlak wilt weergeven in het navigatiescherm voor uitzetten, tikt u op Opties. Tik in het groepsvak Delta's op Wijzigen en selecteer de V.Afst oppervlak op huidige pos. of de Loodr. afst oppvl op huidige pos. delta. Druk op Accept.

  9. Tik op Opties om voorkeuren te configureren voor Helling, Uitgezette punten details, Toon en Beschikbare stations. 

  10. Druk op Vlgnd.

    De plattegrond van de weg verschijnt.

  11. Selecteer het item dat u wilt uitzetten. Voor de volgende stappen raadpleegt u het onderwerp voor de desbetreffende uitzetmethode.

    Zodra de positie gemeten en opgeslagen is, gaat de software ofwel terug naar het navigatiescherm, waarin u kunt doorgaan met het meten van punten op de weg/string, of naar het plattegrond scherm, waarin u de volgende uit te zetten positie kunt selecteren, of een andere uitzetmethode kunt selecteren.