Voorbeelden voor sjabloon plaatsing

Een sjabloon definieert een dwarsprofiel van de weg op een punt op de weg, om te bepalen hoe breed die op verschillende punten is. Voeg voor elke verandering in breedte een sjabloon toe. De sjabloon kan uit elk gewenst aantal strings bestaan.

Een string is het lijnenwerk dat aangrenzende sjablonen verbindt. Strings definiëren typisch de berm, rand van verharding, trottoirband en vergelijkbare elementen waaruit een weg bestaat. De string naam wordt weergegeven tijdens uitzetten. U kunt de string definiëren wanneer u de sjabloon toevoegt.

U kunt waar nodig tussenruimten tussen strings toevoegen. Dat is handig als de sjabloon niet op het alignement begint. Een tussenruimte wordt weergegeven als een streepjeslijn van de huidige string naar de vorige string. Wanneer u uw positie t. o. v. de weg meet en uw positie zich in de tussenruimte bevindt, is de waarde van V. Afst tot de weg nul.

 

  • Als in de definitie van het ontwerp een tussenruimte nodig is, zet u het sjabloon veld op <Geen>.
  • Er vindt geen interpolatie plaats tussen een nul-sjabloon en een normale sjabloon.
  • Sjablonen worden geïnterpoleerd nadat superelevatie en verbreding toegepast zijn.