Opties voor auto verbinden

Als auto verbinden ingeschakeld is, probeert de Trimble Access software automatisch verbinding te maken met de GNSS-ontvanger of het conventionele instrument die/dat met de bedieningseenheid verbonden is zodra u de software start. Voor een lijst van ondersteunde instrumenten en ontvangers, zie Ondersteunde apparatuur.

Voor een betere betrouwbaarheid van verbindingen wordt automatisch verbinding maken met een GNSS-ontvanger automatisch uitgeschakeld voor alle bedieningseenheden wanneer de software met een conventioneel instrument verbindt. Automatisch verbinden wordt automatisch opnieuw ingeschakeld wanneer de verbinding met het instrument wordt verbroken, of wanneer een geïntegreerde meting wordt gestart.

Als de software automatisch met een apparaat probeert te verbinden, knippert het automatisch verbinden symbool op de statusbalk. Als de software is geconfigureerd om automatisch met verschillende typen apparaten te verbinden, toont de statusbalk telkens een ander symbool terwijl de software met elk type apparaat probeert te verbinden.

U hoeft niet te wachten tot de software automatisch verbinding heeft gemaakt. Om de software op enig moment te forceren om met het apparaat verbonden met de bedieningseenheid verbinding te maken, selecteert u de meetmethode en start u de meting.

Als er meerdere auto verbinden symbolen en een rode x worden weergegeven, dan is auto verbinden voor alle apparaat typen uitgeschakeld.