Instellingen voor doel functies
U kunt de instellingen voor het vastzetten op doelen configureren in het scherm Doel functies.
Om naar het scherm Doel functies te gaan, tikt u op het Instrument symbool op de statusbalk en houdt u vervolgens de knop Autolock tikken, Instrument en vervolgens Doel functies selecteren.
Welke velden in het scherm Doel functies worden weergegeven, is afhankelijk van de geselecteerde Doel vastzetten methode en de mogelijkheden van het verbonden instrument.
Doel vastzetten
Selecteer de methode voor vastzetten op het doel. Zie Autolock, Geolock, FineLock of Lange-afstand FineLock inschakelen.
Wanneer vastzetten verloren is
Voorspellende tracking tijd
Gebruik de instelling Voorspellende tracking tijd om achter een obstructie langs te passeren terwijl het instrument blijft draaien, op basis van het horizontale traject van het prisma, wanneer het vastzetten op het prisma verloren is gegaan. Voorspellende tracking is alleen effectief wanneer u in beweging bent. Het kiezen van 0 seconden is hetzelfde als het uitschakelen van voorspellende tracking.
-
Bij gebruik van Voorspellende tracking tijd in Autolock modus: als het instrument na het passeren van een obstakel het vastzetten niet herstelt, gaat het terug naar de locatie waar het vastzetten voor het eerst verloren is gegaan.
-
Bij gebruik van Voorspellende tracking tijd in GeoLock modus: als het instrument na het passeren van een obstakel het vastzetten niet herstelt, neemt GeoLock het over en wijst het total station op de GNSS positie van het doel.
Automatisch gedrag
Wanneer het vastzetten verloren is gegaan, wordt Voorspellende tracking gebruikt om het vastzetten op het prisma te herstellen. Als met voorspellende tracking het vastzetten niet wordt hersteld, selecteert u het automatische gedrag dat moet worden uitgevoerd. De getoonde opties zijn afhankelijk van de geselecteerde Doel vastzetten methode en het verbonden instrument.
| Automatisch gedrag | Modi voor vastzetten op een doel | Gedrag wanneer het vastzetten op een doel verloren is gegaan | Aanbevolen gebruik |
|---|---|---|---|
| Geen | Alleen Autolock | Doet niets. | Geen kan nuttig zijn in zeer drukke omgevingen, waar de zichtlijn moeilijk is en er geen goede GNSS-posities beschikbaar zijn. |
|
GNSS volgen |
Alleen GeoLock |
Volgt de GNSS-locatie van het doel terwijl u in beweging blijft. GNSS volgen in combinatie met de mogelijkheid van het instrument om automatisch naar een doel te snappen, is vaak voldoende om gemakkelijk weer vast te zetten. |
GNSS volgen kan nuttig zijn wanneer er goede GNSS-posities beschikbaar zijn, of wanneer u op middellange tot lange afstanden van het instrument werkt. GNSS volgen kan sneller en efficiënter zijn dan Zoeken, vooral in uitdagende omgevingen. |
|
Zoek |
Autolock en GeoLock |
Zoekt automatisch naar het doel. Geef de zoekmethode op in het groepsvak Zoekvenster. Wanneer u GeoLock gebruikt, zal het instrument naar uw GNSS-locatie draaien voordat er een zoekopdracht wordt gestart. |
Zoeken kan handig zijn als er geen goede GNSS-posities beschikbaar zijn of wanneer u dicht bij het instrument werkt, of als uw instrument geen video ondersteunt. |
|
|
Autolock en GeoLock |
Toont automatisch het video en joystick scherm, of het joystick scherm als het instrument geen video ondersteunt. In GeoLock: tik op de softkey In Autolock en GeoLock: tik op de softkey Wanneer het instrument weer heeft vastgezet op het doel, gaat het scherm automatisch terug naar het vorige scherm. |
Video/joystick tonen kan handig zijn als de GNSS-positie slecht is en u de video of joystick wilt gebruiken om het instrument opnieuw te richten. |
Zoekvenster
Selecteer de zoekmethode die moet worden uitgevoerd wanneer het vastzetten op een doel verloren is gegaan. Zie Instrument functies voor meer informatie over Zoeken.
Standaard zoeken
Selecteer Standaard zoeken om de horizontale en verticale afstand te gebruiken om de omvang van het zoekvenster te berekenen op basis van de richting waarin het instrument wijst telkens wanneer het een zoekopdracht uitvoert.
In vast gebied zoeken
Selecteer In vast gebied zoeken om naar het doel te zoeken in een aangepast venster, dat onafhankelijk is van de huidige aanwijsrichting van het instrument. In vast gebied zoeken kan nuttig zijn om een zoekvenster te definiëren dat overeenkomt met het gebied waarin u werkt, in plaats van Standaard zoeken, waarbij een venster is gecentreerd rond de richting waarin het instrument wijst. De linker bovenhoek en rechter benedenhoek van het zoekvenster configureren:
- Tik op de softkey Zet ven.
- Richt het instrument op de linker bovenhoek van het zoekvenster. Tik op OK.
- Richt het instrument op de rechter benedenhoek van het zoekvenster. Tik op OK.
Geavanceerde instellingen
Automatisch zoeken bij meten
Selecteer Automatisch zoeken bij meten om automatisch naar het doel te zoeken als hier niet op is vastgezet bij het starten van een meting.
LaserLock
Wanneer u in donkere omgevingen werkt, kan het handig zijn om de laser te gebruiken om prisma's te lokaliseren. Bij normaal gebruik staat de software niet toe dat zowel de laser als Autolock tegelijkertijd ingeschakeld zijn. Als u bijvoorbeeld de laser inschakelt wanneer Autolock ingeschakeld is, wordt de laser uitgeschakeld. Als u de laser opnieuw wilt gebruiken, wordt bij het inschakelen van de laser Autolock uitgeschakeld.
Met de LaserLock methode kunt u automatisch wisselen tussen het gebruik van de laser en Autolock.
Als u LaserLock wilt gebruiken, schakelt u het vakje Laserlock op het scherm Doel functies in en zet u de laser aan door op het vak Laser in het scherm Instrument functies te tikken. Gebruik de laser om u te helpen het prisma te lokaliseren. Wanneer u naar het prisma meet, schakelt de software automatisch de laser uit en schakelt Autolock in. Het total station richt dan automatisch op het prisma als het zich binnen het gedefinieerde gezichtsveld bevindt. Wanneer de meting is voltooid, schakelt de software Autolock uit en schakelt de laser in om het volgende prisma te helpen lokaliseren.
FineLock diafragma gebruiken
Als het instrument uitgerust is met de FineLock lensdiafragma accessoire, selecteert u FineLock diafragma gebruikt om vast te zetten op en te meten naar een prisma op een afstand van minder dan 20 m.
Snap prisma
Snap prisma is een handige Autolock functie, waarbij het total station automatisch richt naar en vastzet op het doel als er zich een doel in het Autolock weergavegebied bevindt.
Als het selectievakje Snap prisma uitschakelen geselecteerd is, zal het total station niet automatisch richten en op het doel vastzetten als er zich een doel in het Autolock weergavegebied bevindt. Het total station zal alleen richten naar en vastzetten op het doel nadat er een zoek- of meetopdracht is gestart. Deze modus is handig voor het minimaliseren van onjuist vastzetten op een doel in complexe omgevingen, zoals gebieden met meerdere doelen of sterk reflecterende omgevingen waarin een passief doel wordt gebruikt. Het gebruik van een actief prisma zou onjuist vastzetten op een doel in dergelijke omgevingen tot een minimum moeten beperken.
Onderbroken doelmeting
Als de meting waarschijnlijk zal worden onderbroken, bijvoorbeeld bij meten in verkeer, schakelt u de optie Onderbroken doelmeting in en voert u de Onderbreking time-out waarde in. Het instrument blijft naar het doel meten, ook als er prisma obstructies zijn, tot aan de Onderbreking time-out waarde.
Tijdens een geautomatiseerde meting, als het instrument faalt binnen de Onderbreking time‑out periode, gaat het instrument terug naar het doel en probeert het opnieuw te meten.
De modus Onderbroken doelmeting is alleen van toepassing op het volgende:
-
Opstelling plus
-
Insnijding
-
Object-georiënteerde opstelling
-
Meet rondes
NB – Onderbroken doelmeting is geoptimaliseerd voor instrumenten met een DR Plus EDM.
FineLock venster grootte
De FineLock technologie zet alleen vast op een doel als dat binnen het bereik van de FineLock sensor is. Als het gewenste doel niet kan worden gevonden, wordt de FineLock 'auto‑gain' iets verhoogd, om te proberen andere doelen in de buurt te vinden. Dit is misschien niet altijd wenselijk.
Het FineLock venster beperkt het gebied waarin de FineLock technologie beweegt wanneer het op dichtbijzijnde doelen probeert vast te zetten. Op doelen buiten dit bereik wordt niet vastgezet en de software meldt dat er een doel buiten de gedefinieerde tolerantie is gevonden.
Het FineLock venster dat u kunt configureren wordt gedefinieerd als een half venster, waarvan de maximum grootte 4 mrad (13' 45") is, de kleinste afstand die toegestaan is tussen doelen bij gebruik van FineLock technologie.
Tik op Finelock horizontaal venster grootte en Finelock verticaal venster grootte om het FineLock venster te configureren.
NB – De afstand tussen de doelen moet niet minder dan 13' 45" (4 mrad) zijn.
voor één GeoLock instrumentdraai voordat u gaat zoeken.
om een zoekopdracht te starten.