Prismaconstante
Wanneer u een Trimble prisma selecteert in het veld Prisma type van het scherm Doel eigenschappen, wordt de prismaconstante automatisch gedefinieerd. Wanneer u Aangepast in het veld Prisma type selecteert, moet u de prismaconstante handmatig invoeren.
Het selecteren van het juiste prisma type en invoeren van de juiste prismaconstante verzekert dat de juiste correctiewaarden worden toegepast op de schuine afstand en verticale hoek voor geocentrische offset en prismaconstante. Deze correctie is alleen van belang bij het meten van getrapte verticale hoeken.
Toets de Prismaconstante in millimeters (mm) in. Geef een negatieve waarde in als de prismaconstante van gemeten afstanden moet worden afgetrokken.
Bij gebruik van een Trimble total station worden alle correcties in de Trimble Access software toegepast.
Bij sommige instrumenten van andere merken controleert de Trimble Access software of er een prismaconstante door het instrument en de software wordt toegepast. Wanneer u Standplaats instelling selecteert, worden berichten in de statusregel weergegeven waarin wordt gemeld wat er al dan niet gecontroleerd is.
Als de software de instelling van het conventionele instrument niet kan controleren, maar:
- er een prismaconstante op het instrument ingesteld is, moet u ervoor zorgen dat de prismaconstante in de software op 0,000 staat.
- er een prismaconstante in de software ingesteld is, moet u ervoor zorgen dat de prismaconstante op het instrument op 0,000 staat.
Indien nodig kunt u de prismaconstante records wijzigen voor waarnemingen die al in de job opgeslagen zijn via Bekijk job of Punt manager.