Kadastrale punttolerantie controles

Trimble Access biedt de mogelijkheid om te controleren of gemeten of uitgezette punten dubbel gebonden zijn, om te verzekeren dat ze voldoen aan de kadastervoorschriften om binnen de tolerantie te blijven. Tot op heden is deze functie ontwikkeld om te voldoen aan de kadastervoorschriften in Zwitserland. Als uw land dezelfde kadastrale tolerantie controleregels hanteert, kunt u deze functionaliteit mogelijk in uw eigen regio gebruiken.

Om deze functionaliteit in Trimble Access te gebruiken, moet u een XML-bestand toevoegen aan de map Trimble Data\System Files.Het XML-bestand definieert de kadastrale codes en specificeert de verschillende tolerantievereisten voor het type punt dat wordt gemeten of uitgezet.Het voorbeeldbestand CadastralTolerances.xml is beschikbaar om u op weg te helpen.

Zodra u kadastrale tolerantiecontrole in de job hebt ingeschakeld, controleert de Trimble Access software automatisch de toleranties voor kadastrale punten in de job wanneer u een punt uitzet of een gemiddelde van twee of meer punten berekent. De status van elk kadastraal punt wordt weergegeven op de kaart en samengevat op het job scherm.

De bedieningseenheid zo instellen dat Trimble Access automatisch de toleranties voor kadastrale punten in de job worden controleert:

  1. Download het voorbeeldbestand CadastralTolerances.xml van de pagina Sjabloon bestanden.

    Het voorbeeldbestand CadastralTolerances.xml bevat voorbeeldcodes en notities waarin wordt uitgelegd hoe het bestand werkt en wat er kan worden geconfigureerd. Zie Kadastraal XML-bestand instellen voor meer informatie.

  2. Configureer met behulp van een teksteditor het bestand CadastralTolerances.xml om uw codes en tolerantiewaarden te gebruiken.

    1. Stel uw eigen codes in en controleer of de tolerantiewaarden in het bestand CadastralTolerances.xml correct zijn, of pas ze aan, zodat ze overeenkomen met de vereiste tolerantiewaarden.

    2. Controleer of aan de codes in het bestand CadastralTolerances.xml correct de classificatie naam is toegewezen die overeenkomt met de vereiste tolerantiewaarden en pas die indien nodig aan.

  3. Kopieer het bestand CadastralTolerances.xml naar de map Trimble Data\System Files op de bedieningseenheid.

    Het XML-bestand moet de naam CadastralTolerances.xml hebben om automatische kadastrale punttolerantie controle te laten plaatsvinden.

Voor elke job waarvoor u automatische kadastrale tolerantiecontrole wilt inschakelen:

  1. Tik op en selecteer Job.
  2. Tik op Eigenschappen.

  3. Voer in het veld Notities van het scherm Job eigenschappen de juiste kadastrale klassenaam (bijv. TS2) in voor de kadastrale punten in de job. Alle kadastrale punten in de job moeten dezelfde kadastrale klasse gebruiken.

  4. Druk op Accept.

    Het deelvenster job details bevat nu het Kadastraal overzicht, dat een kleurgecodeerde samenvatting van kadastrale punten in de taak toont.

Het Kadastraal overzicht in het deelvenster Job details in het scherm Jobs toont het aantal kadastrale punten in de job, per status.

De kaart geeft directe feedback over de status van kadastrale punten:

  • Groen: het punt is dubbel gebonden en de gemiddelde meting is binnen de standaard foutwaarden gedefinieerd in het bestand CadastralTolerances.xml.

  • Oranje: omdat het punt niet dubbel gebonden is (het heeft maar één meting), is de tolerantie onbekend.

  • Rood: het punt is dubbel gebonden en de gemiddelde meting is buiten de standaard foutwaarden gedefinieerd in het bestand CadastralTolerances.xml.

De weergave van de gekleurde pictogrammen heeft zo'n prioriteit dat rood wordt weergegeven bovenop oranje, dat bovenop groen wordt weergegeven. Dit betekent dat punten buiten de tolerantie of niet dubbel gebonden beter zichtbaar zijn op elk zoomniveau.

Voor elk punt waarvoor het veld Code een kadastrale code specificeert zoals gedefinieerd in het bestand CadastralTolerances.xml, voert Trimble Access automatisch kadastrale tolerantiecontrole uit:

  • bij uitzetten van het punt

  • bij het berekenen van een gemiddelde, zoals:

    • wanneer u een gemiddelde met de functie Bereken gemiddelde berekent.

    • wanneer de software een dubbel punt detecteert en u in de vervolgkeuzelijst Actie ervoor kiest om de punten te middelen.

De berekende polaire horizontale en verticale standaard fouten voor de uitgezette of gemiddelde positie worden vergeleken met de standaard foutwaarden die voor die kadastrale code zijn vastgelegd in het bestand CadastralTolerances.xml en worden weergegeven in het groepsvak Tolerantie controle van het scherm Als-uitgezet delta's of Bereken gemiddelde.

De kleur van het punt op de kaart verandert om de status van het kadastrale punt aan te geven.

Sommige kadastrale voorschriften kunnen vereisen dat elke meting "onafhankelijk" is voor dubbel gebonden kadastrale punten. Bij conventionele metingen kunt u dit mogelijk bereiken met een andere standplaats instelling of met behulp van de functie Meetband afstanden. Bij GNSS metingen kunt u de functie SV subset gebruiken om alle gevolgde satellieten in twee subsets te verdelen met een gelijkmatige spreiding in de lucht, en één subset gebruiken om te meten en vervolgens de andere subset gebruiken om het punt opnieuw te meten met behulp van onafhankelijke bezettingen.