Kadastrale punttolerantie controles

Trimble Access biedt de mogelijkheid om te controleren of gemeten of gemeten of uitgezette punten twee keer zijn gemeten ("dubbel gebonden"), om er zeker van te zijn dat ze voldoen aan de toepasselijke lokale kadaster voorschriften om binnen de tolerantie te vallen.

Tot op heden is deze functie ontwikkeld om te voldoen aan de kadaster voorschriften in Zwitserland en Noorwegen. Als uw land dezelfde regels voor kadastrale tolerantiecontrole hanteert, kunt u deze functionaliteit mogelijk in uw eigen regio gebruiken.

Om deze functionaliteit in Trimble Access te gebruiken, moet u een XML-bestand toevoegen aan de map Trimble Data\System Files. Het XML-bestand definieert de kadastrale codes en specificeert de verschillende tolerantievereisten voor het type punt dat wordt gemeten of uitgezet.

Om u op weg te helpen, zijn er twee voorbeelden van XML-bestanden met kadastrale toleranties: één voor Zwitserland en één voor Noorwegen:

  • Het voorbeeldbestand CadastralTolerances.xml:

    • Maakt het instellen van meerdere puntklassen mogelijk

    • Controleert of elk punt twee keer is gemeten

    • Controleert of elk punt binnen de horizontale tolerantie is

    • Hiermee wordt gecontroleerd of het punt binnen de verticale tolerantie voor sommige puntklassen is.

  • Het voorbeeldbestand CadastralTolerances ‑ Norway.xml:

    • Wordt ingesteld voor één puntklasse

    • Controleert of elk punt twee keer is gemeten

    • Controleert of elk punt binnen de horizontale tolerantie is

    • Controleert op "blunders" of grote verschillen tussen de twee metingen

    • Controleert op meetkwaliteit met behulp van interne en externe betrouwbaarheid berekeningen

    • Controleert of er voldoende tijd is verstreken tussen de twee metingen van elk punt

Zodra u kadastrale tolerantiecontrole in de opdracht hebt ingeschakeld, controleert de Trimble Access software automatisch de toleranties voor kadastrale punten in de job wanneer u een punt uitzet of een gemiddelde van twee of meer punten berekent. De status van elk kadastraal punt wordt weergegeven op de kaart en samengevat in het job scherm. Voor meer informatie over hoe Trimble Access de status van het kadastrale punt aangeeft, zie Status van kadastrale punten.

De bedieningseenheid zo instellen dat Trimble Access automatisch de toleranties voor kadastrale punten in de job worden controleert:

  1. Download het juiste XML-bestand voor kadastrale toleranties van de pagina Configuratiebestanden.

    Het voorbeeldbestand bevat voorbeeldcodes en opmerkingen waarin wordt uitgelegd hoe het bestand werkt en wat er kan worden geconfigureerd. Zie voor meer informatie Zwitsers kadastraal XML-bestand instelling of Noors kadastraal XML-bestand instellen.

  2. Configureer met behulp van een teksteditor het XML-bestand met kadastrale toleranties om uw codes en tolerantiewaarden te gebruiken.

    1. Stel uw eigen codes in en controleer of de tolerantiewaarden in het XML-bestand met kadastrale toleranties correct zijn, of pas ze aan, zodat ze overeenkomen met de vereiste tolerantiewaarden.

    2. Controleer of aan de codes in het XML-bestand met kadastrale toleranties correct de classificatie naam is toegewezen die overeenkomt met de vereiste tolerantiewaarden en pas die indien nodig aan.

  3. Kopieer het gewijzigde XML-bestand met kadastrale toleranties naar de map Trimble Data\System Files op de bedieningseenheid.

    Om automatische controle van de kadastrale punttolerantie in Trimble Access te kunnen uitvoeren, moet het XML-bestand de naam CadastralTolerances.xml hebben. Dit betekent dat als u het CadastralTolerances ‑ Norway.xml bestand downloadt, u het moet hernoemen naar CadastralTolerances.xml voordat u het toevoegt aan de map Trimble Data\System Files op de bedieningseenheid.

Voor elke job waarvoor u automatische kadastrale tolerantiecontrole wilt inschakelen:

  1. Tik op en selecteer Job.
  2. Tik op Eigenschappen.

  3. Voer in het veld Notities van het scherm Job eigenschappen de juiste kadastrale klassenaam in voor de kadastrale punten in het project.

    Alle kadastrale punten in de job moeten dezelfde kadastrale klasse gebruiken.

    De klassenamen worden opgegeven net na de regel <SurveyClasses> in het XML-bestand met kadastrale toleranties:

    • CadastralTolerances.xml geeft meerdere klassen weer, bijvoorbeeld TS2.

    • CadastralTolerances ‑ Norway.xml vermeldt één klasse, ClassA.

  4. Druk op Accept.

    Het deelvenster job details bevat nu het Kadastraal overzicht, dat een kleurgecodeerde samenvatting van kadastrale punten in de taak toont.

Voor elk punt waarvoor het Code veld een kadastrale code specificeert die is gedefinieerd in het XML-bestand met kadastrale toleranties, opgeslagen in de System Files map op de bedieningseenheid, voert de Trimble Access software automatisch een kadastrale tolerantiecontrole uit wanneer:

  • bij uitzetten van het punt

  • bij het berekenen van een gemiddelde, zoals:

    • wanneer u een gemiddelde met de functie Bereken gemiddelde berekent.

    • wanneer de software een dubbel punt detecteert en u in de vervolgkeuzelijst Actie ervoor kiest om de punten te middelen.

De berekende fouten voor de uitgezette of gemiddelde positie worden vergeleken met de tolerantiewaarden die voor die kadastrale code zijn vastgelegd in het XML-bestand voor kadastrale toleranties en worden weergegeven in het groepsvak Tolerantie controle van het scherm Als-uitgezet delta's of Gemiddelde berekenen.

De kleur van het punt op de kaart verandert om de status van het kadastrale punt aan te geven.

Sommige kadastrale voorschriften kunnen vereisen dat elke meting "onafhankelijk" is voor dubbel gebonden kadastrale punten. Bij conventionele metingen kunt u dit mogelijk bereiken met een andere standplaats instelling of met behulp van de functie Meetband afstanden. Bij GNSS metingen kunt u de functie SV subset gebruiken om alle gevolgde satellieten in twee subsets te verdelen met een gelijkmatige spreiding in de lucht, en één subset gebruiken om te meten en vervolgens de andere subset gebruiken om het punt opnieuw te meten met behulp van onafhankelijke bezettingen.

Het Kadastraal overzicht in het deelvenster Job details in het scherm Jobs toont het aantal kadastrale punten in de job, per status.

De kaart geeft directe feedback over de status van kadastrale punten.

De weergave van de gekleurde pictogrammen heeft zo'n prioriteit dat rood wordt weergegeven bovenop oranje, dat bovenop groen wordt weergegeven. Dit betekent dat punten buiten de tolerantie of niet dubbel gebonden beter zichtbaar zijn op elk zoomniveau.

Status van Zwitsers kadastraal punt

Bij gebruik van CadastralTolerances.xml geeft de kleur van de puntsymbolen de volgende feedback:

  • Groen: het punt is dubbel gebonden en de gemiddelde meting valt binnen de gedefinieerde tolerantiewaarden.

  • Oranje: omdat het punt niet dubbel gebonden is (het heeft maar één meting), is de tolerantie onbekend.

  • Rood: het punt is dubbel gebonden en de gemiddelde meting valt buiten de gedefinieerde tolerantiewaarden.

Om de gedefinieerde tolerantie-, drempel- en tijdwaarden te controleren, raadpleegt u het CadastralTolerances.xml bestand dat op de bedieningseenheid wordt gebruikt.

Status van Noors kadastraal punt

Bij gebruik van CadastralTolerances ‑ Norway.xml geeft de kleur van de puntsymbolen de volgende feedback:

  • Groen: het punt is dubbel gebonden en:

    • De gemiddelde meting valt binnen de gedefinieerde horizontale tolerantie.

    • De afstand tussen de twee metingen ligt binnen de gedefinieerde tolerantie (geen blunders gedetecteerd).

    • De berekende interne en externe betrouwbaarheid foutwaarden overschrijden de gedefinieerde drempelwaarden niet.

    • Er is voldoende tijd verstreken tussen de twee metingen.

  • Oranje: het punt is ofwel:

    • Dubbel gebonden, maar de berekende interne en externe betrouwbaarheid foutwaarden overschrijden de gedefinieerde drempelwaarden.

    • Nog niet dubbel gebonden (het heeft nog maar één meting), daarom is de tolerantie onbekend.

  • Rood: het punt is dubbel gebonden, maar ten minste een van de volgende dingen is waar:

    • De afstand tussen de twee metingen overschrijdt de gedefinieerde horizontale tolerantie.

    • Er is een onverwacht groot verschil tussen de twee metingen van het punt ("blunder" detectie).

    • De berekende interne en externe betrouwbaarheid foutwaarden overschrijden de gedefinieerde drempelwaarden.

    • Er is onvoldoende tijd verstreken tussen de twee metingen.

Om de gedefinieerde tolerantie-, drempel- en tijdwaarden te controleren, raadpleegt u het CadastralTolerances ‑ Norway.xml bestand dat op de bedieningseenheid wordt gebruikt.