BIM modellen
Een BIM-model is een 3D model van een gebouw of ander gebouwd object, zoals een brug, weg, of buisleiding. BIM-modellen worden gebruikt bij het plannen, ontwerpen, bouwen en onderhouden van het bouwwerk. In Trimble Access kunt u BIM-modellen toevoegen als project databestanden en deze vervolgens gebruiken voor inmeetwerk in het veld, zoals uitzetten, cogo-berekeningen en punten meten.
Ondersteunde bestandstypen
U kunt de volgende BIM modeltypen kopiëren naar elke bedieningseenheid, behalve de TCU5 bedieningseenheid en de TDC600 model 1 handheld en ze gebruiken in Trimble Access:
-
IFC (Industry Foundation Class) bestanden in het .ifcof .ifczipbestandsformaat.
- TrimBIM (.trb) bestanden, die een kleiner, efficiënter alternatief voor IFC zijn.
Daarnaast kunt u de volgende modelbestand typen uploaden naar het project in Trimble Connect, waar ze worden geassimileerd als TrimBIM bestanden. U kunt de modellen vervolgens downloaden naar de bedieningseenheid als TrimBIM bestanden voor gebruik in Trimble Access:
-
Ontwerp (.dgn) bestanden gemaakt met Bentley software.
-
tekening (.dwg) bestanden, gemaakt met Autodesk AutoCAD software.
-
IFC (Industry Foundation Class) bestanden in het .ifcof .ifczipbestandsformaat.
-
Navisworks (.nwd) bestanden, gemaakt met Navisworks software.
-
Trimble SketchUp (.skp) bestanden
- Trimble Virtual Construction Link (.vcl) kantoor naar veld bestanden, gemaakt met Trimble WorksManager of Trimble Business Center software.
TrimBIM bestanden zijn kleiner, sneller te downloaden naar de bedieningseenheid en sneller te laden wanneer u ze voor het eerst gebruikt in Trimble Access. Om modelbestanden als TrimBIM bestanden te downloaden, schakelt u het keuzevakje Downloaden als TrimBIM in het groepsvak Instellingen voor bestanden downloaden van het scherm Cloud instellingen in voordat u de bestanden downloadt.
Om IFC, DWG of NWD bestanden in het oorspronkelijke formaat naar een Windows bedieningseenheid te downloaden, schakelt u het keuzevakje uit naast Downloaden als TrimBIM.
NB – DWG en NWD bestanden kunnen ook rechtstreeks op een Windows bedieningseenheid worden opgeslagen, maar worden niet ondersteund wanneer ze rechtstreeks op een Android apparaat worden opgeslagen. Voor een Android apparaat moet u DWG en NWD bestanden aan het project toevoegen met behulp van Trimble Connect en deze vervolgens als TrimBIM bestanden naar de bedieningseenheid downloaden. Deze workflow kan ook betere prestaties leveren op een Windows bedieningseenheid.
TIP – Trimble Access ondersteunt het lezen van standaard AutoCAD items in DWG-bestanden. Sommige CAD-applicaties, bijvoorbeeld Civil 3D, gebruiken AutoCAD extensies om 3D objecten te maken die mogelijk niet worden ondersteund door Trimble Access. Het gebruik van een DXF-bestand kan beter zijn dan DWG proberen te gebruiken, of u kunt proberen een Civil 3D tekening te converteren naar een standaard AutoCAD DWG-formaat.Ga voor meer informatie naar het Autodesk Knowledge Network voor meer informatie over het converteren van Civil 3D tekeningen naar standaard AutoCAD-formaat.
BIM modellen op de kaart bekijken
Om een BIM-model selecteerbaar of zichtbaar te maken op de kaart, tikt u op op de kaartwerkbalk om de Lagen manager te openen en het tabblad Project data te selecteren. Zie Projectdata lagen beheren voor meer informatie.
Als u de binnenkant van een model duidelijker wilt zien, gebruikt u de Begrenzingsbox om delen van het model uit te sluiten, zoals vloeren of buitenmuren. Zie Begrenzingsbox.
Om makkelijk alleen sommige items in een BIM-model weer te geven, ongeacht het BIM-bestand of de laag waarin ze zich bevinden, gebruikt u de BIM werkbalk. Zie Items in BIM-modellen verbergen en isoleren.
Objecten in BIM-modellen kunnen worden weergegeven als gevulde objecten, of u kunt het object semi-transparant maken. Om het object transparanter te maken, tikt u op en selecteert u Transparantie. Gebruik in het groepsvak BIM modellen de schuifregelaar Transparantie om de transparantie van het BIM-model te veranderen.
U kunt het model ook als draadframe in plaats van als gevuld object weergeven. Bij weergave als draadframe kunt u meer details in het BIM model zien en is het gemakkelijker de juiste punten of lijnen voor uitzetten te selecteren. Om het model als draadframe weer te geven, tikt u op en selecteert u Transparantie. In het BIM modellen groepsvak selecteert u Draadframe in het veld Toon. Als u vaak wisselt tussen draadframe en gevulde weergave, kunt u een functietoets op de bedieningseenheid configureren, om te wisselen tussen de draadframe en gevulde weergave van het BIM model. Voor meer informatie, zie Transparantie van kaart data.
Om het BIM model op de kaart te roteren, tikt u op
en daarna tikt u op de kaart en sleept u om de weergave te roteren. Het symbool
in het midden van de kaart geeft het rotatiemiddelpunt aan.
NB – Om de prestaties te verbeteren, is het mogelijk dat de kaart geen hele kleine items of details weergeeft totdat de kaart tot een geschikt niveau is ingezoomd.
BIM modellen op het Video scherm bekijken
Als de bedieningseenheid met een Trimble SX10 of SX12 scanner total station verbonden is, kunt u data uit BIM modellen als overlay op het videobeeld bekijken. Om afzonderlijke bestanden of individuele lagen in een bestand weer te geven of te verbergen, tikt u op op de Video werkbalk om de Lagen manager te openen en daarna selecteert u het tabblad Project data.
Om het model als draadframe, gevuld object of beide weer te geven, tikt u in het Video scherm op en selecteert u Instellingen.
Werken met BIM modellen
Als u een item uit een BIM-model wilt selecteren, tikt u erop op de kaart. Het item dat u hebt geselecteerd, wordt blauw weergegeven. Om meerdere items te selecteren, drukt u op de Ctrl toets op de bedieningseenheid en daarna op de items op de kaart om ze te selecteren.
NB – Items in een BIM-bestand kunnen niet worden geselecteerd met Rechthoek selectie of Polygoon selectie
.
U kunt items uit het BIM-model op de kaart selecteren en deze vervolgens in andere softwarefuncties gebruiken, bijvoorbeeld om een Cogo-berekening uit te voeren, een oppervlak aan te maken of uit te zetten. Tik op een item in het BIM-model om het te selecteren.
U kunt toppen, randen, gebogen randen (polyedges, zoals de rand van een cilinder) of oppervlakken selecteren.
NB – Om een oppervlak te selecteren, moet het BIM-model op de kaart worden weergegeven als een gevuld object, niet als een draadframe.
U kunt kiezen of bij het selecteren van oppervlakken op de kaart Individuele vlakken of Hele object wordt geselecteerd. Om de Oppervlak selectie modus te wijzigen, tikt u op en selecteert u de gewenste Oppervlak selectie modus. Zie BIM-model selectiemodus.
Om naar een oppervlak in een BIM model te meten, selecteert u het oppervlak op de kaart en daarna selecteert u Naar geselecteerd oppervlak meten in het menu ingedrukt-houden. Dit is praktisch voor het bepalen van de loodrechte afstand van het fysieke oppervlak tot het ontwerp.
Wanneer u een top, rand, gebogen rand of oppervlak uit een BIM-model in een Cogo-berekening gebruikt, tijdens uitzetten of om een punt in de job te maken, kopieert Trimble Access de attributen van het object uit het BIM-model en slaat die op bij het punt of de polylijn in de Trimble Access job.
Om informatie over BIM-model attributen voor objecten in een BIM-model te bekijken, selecteert u de items op de kaart en tikt u vervolgens op Bekijk. Als u meer dan één item hebt geselecteerd, selecteert u het in de lijst en tikt u op Details.
Cogo berekeningen m.b.v. BIM modellen
Om het middelpunt van een oppervlak in een BIM model te berekenen, selecteert u het oppervlak op de kaart en daarna selecteert u Middelpunt berekenen in het menu ingedrukt-houden. Dit is handig om het middelpunt van een bout of cilinder te bepalen, zodat u die kunt uitzetten. Zie Middelpunt berekenen.
Om de middellijn van een buisvormig item in een BIM model te berekenen, zoals een buis of cilinder, selecteert u het item op de kaart en daarna selecteert u Middellijn berekenen in het menu ingedrukt-houden. De software berekent dan een polylijn die door het midden van het item loopt. Zie Middellijn berekenen.
Om de scanpuntenwolk van een als-gebouwd oppervlak met hele objecten of individuele vlakken in een BIM-model te vergelijken, gebruikt u de Cogo-functie Oppervlak inspectie. Zie Oppervlak inspectie.
Uitzetten vanuit een BIM model
U kunt toppen selecteren en die als punten uitzetten, of randen, gebogen randen of rasterlijnen selecteren en die direct vanuit het BIM-model als lijnen uitzetten. Zie Uitzetten vanaf de kaart.