De definitie van een GENIO weg controleren

U kunt de definitie van een weg op elk gewenst moment controleren. Bekijk de weg in 3D om de weg definitie visueel te controleren en de weg te visualiseren ten opzichte van andere weg definities, zoals een complex knooppunt of een kruispunt in een stad.

  1. Op de kaart tikt u op de weg.
  2. Tik op Bekijk.

    Zwarte open cirkels geven delen van het horizontale alignement aan die geen hoogte hebben en dus op het grondvlak zijn getekend.

    Om het grondvlak dichter bij de weg te brengen, tikt u op en selecteert u Instellingen en daarna wijzigt u de hoogte van het grondvlak.

    De zwarte gevulde cirkels geven de posities op de strings op elk dwarsprofiel aan.

    De grijze lijnen stellen de strings voor en verbinden de dwarsprofielen.

    Voor uitleg over de regels voor het verbinden van dwarsprofielen in een RXL weg, zie Voorbeelden voor sjabloon plaatsing en Niet-tangentiale horizontale alignement elementen.

  3. Tik op een string of een station op een string.

    U kunt ook op de softkey String tikken om een string in de lijst te selecteren. De lijst toont alleen de strings die zich op het startstation bevinden of, als u een positie hebt, de strings op het dwarsprofiel op uw huidige positie. Als er een string geselecteerd is, tikt u op de softkey Station om een station in de lijst te selecteren.

    Naast van de kaart wordt informatie over het geselecteerde Item weergegeven.

  4. Om een ander station of andere string te selecteren, kunt u:
    • op het station op een string tikken.
    • op de softkey Station of String tikken, om een station of string in een lijst te selecteren.
    • op de pijltoets Op of Neer drukken om een ander station te selecteren, of op de pijltoets Links of Rechts drukken om een andere string te selecteren.
    • Tik op de softkey Sta- of Sta+.

    Gebruik de kaart werkbalk om over de kaart te navigeren en tussen weergaven te wisselen.

  5. Om de beschikbare dwarsprofielen te bekijken, tikt u op . U kunt ook de functie Plattegrond/Dwarsprofiel wisselen aan een functietoets op de bedieningseenheid toewijzen, zodat u kunt wisselen tussen de plattegrond en dwarsprofiel weergave bij het bekijken en uitzetten van een weg. Voor meer informatie, zie Favoriete schermen en functies.

    Standaard wordt elk dwarsprofiel zo weergegeven dat 't het scherm vult, wat de beste weergave van het dwarsprofiel geeft. Om dwarsprofielen ten opzichte van elkaar te bekijken, tikt u op de knop Vaste schaal , zodat die wordt . Elk dwarsprofiel wordt met een vaste schaal weergegeven, zodat het breedste dwarsprofiel het scherm vult.

    Het alignement wordt door een rood kruis aangeduid. De zwarte cirkels geven de strings aan. De grotere blauwe cirkel geeft de momenteel geselecteerde string aan. Het lijnenwerk dat aan de geselecteerde string voorafgaat, wordt als een dikke blauwe lijn weergegeven. Naast van de kaart wordt informatie over het geselecteerde Item weergegeven.

    Om het dwarsprofiel op een ander station te bekijken, kunt u:

    • Druk op de pijltoets Op of Neer.
    • Tik op Station om een station in te toetsen of om een station in de lijst te selecteren.

    Om een ander andere string te selecteren, kunt u:

    • op de string tikken.
    • op de pijltoets Links of Rechts drukken.
    • op String tikken om een string in de lijst te selecteren.
  6. Om naar de plattegrond van de weg terug te gaan, tikt u op , of drukt u op de Tab toets.
  7. Een geautomatiseerde 3D rit over de weg bekijken:
    1. Wanneer u de plattegrond of het dwarsprofiel op de kaart bekijkt, tikt u op 3D rit.
    2. Druk op om de rit te starten.
    3. Om de rit te pauzeren en een bepaald deel van de weg te inspecteren, tikt u op . Om de weg te draaien terwijl de rit gepauzeerd is, tikt u op het scherm en veegt u in de richting waarin u de weg wilt draaien.
    4. Om voor- en achteruit over de weg te rijden, drukt u op de pijltoetsen Op en Neer.
    5. Om de 3D rit te beëindigen, tikt u op Sluit.
  8. Om het bekijken van de weg te verlaten, tikt u op Sluit.

Om een positie gedefinieerd door een nominale stationwaarde te bekijken, waarbij het station niet behoeft samen te vallen met een dwarsprofiel, tikt u vanuit de plattegrond of dwarsprofiel weergave op Station en daarna toetst u een stationwaarde in.