GeoLock
Trimble instrumenten beschikken over Autolock en GeoLock techniek voor het vastzetten op en volgen van bewegende doelen op afstand. GeoLock technologie is GNSS-ondersteunde Autolock. Als tijdens een robotische meting het instrument niet meer op het doel is vastgezet en er GNSS-posities beschikbaar zijn via de bedieningseenheid of een ander verbonden apparaat, kunt u de GeoLock technologie gebruiken om de GNSS-posities te gebruiken om het instrument naar het doel te helpen richten.
Wanneer het vastzetten op een prisma verloren gaat, draait GeoLock naar uw GNSS-locatie voordat Autolock wordt gebruikt om weer op het prisma vast te zetten. GeoLock maakt gebruik van de best beschikbare GNSS-locatie. Dit kan een autonome positie of een RTK-positie van een GNSS-ontvanger zijn, of een autonome positie van uw bedieningseenheid als dat alles is wat beschikbaar is.
NB – Bij gebruik van een bedieningseenheid met intern GNSS wordt een verbonden GNSS-ontvanger altijd bij voorkeur gebruikt in plaats van het interne GNSS.
Activeer GeoLock via het scherm Doel functies of het scherm Instrument functies. Als het total station is ingesteld op basis van de gedefinieerde projectie en datum, dan is GeoLock gereed zodra de standplaats instelling voltooid is. Als GeoLock gereed is, verschijnt het bericht GeoLock klaar op de statusbalk en wordt op het doel symbool een satelliet symbool boven het prisma weergegeven . Zie Autolock, Geolock, FineLock of Lange-afstand FineLock inschakelen voor meer informatie over het inschakelen van GeoLock.
NB – Als GeoLock ingeschakeld is bij het opslaan van een punt, wordt het Type vasthouden weergegeven als Autolock in Bekijk job onder het groepsvak Prisma vasthouden details.
De relatie bepalen tussen GNSS posities en lokale posities
Als u een volledig gedefinieerd coördinatensysteem hebt, is er al een accurate relatie tussen de GNSS-posities en lokale posities aanwezig d.m.v. de coördinatensysteem definitie. De software gaat ervan uit dat het total station is opgesteld in termen van de gedefinieerde projectie en datum en GeoLock is klaar zodra de standplaats instelling voltooid is. Als het total station niet is ingesteld in termen van de gedefinieerde projectie en datum, zal Trimble Access de relatie automatisch verfijnen en bijwerken nadat u een standplaats instelling hebt voltooid om ervoor te zorgen dat GeoLock goed werkt.
Als u geen gedefinieerd coördinatensysteem hebt, moet u de relatie tussen GNSS-posities en lokale posities oplossen voordat GeoLock klaar voor gebruik is. Zodra er een standplaats instelling uitgevoerd is, gebruikt de Trimble Access software de posities van de GNSS-ontvanger en de hoeken die door het robotische instrument worden gevolgd om de relatie tussen de twee positioneringsystemen te bepalen. GeoLock berekent de relatie onafhankelijk van de instellingen van het coördinatensysteem van de job.
Om deze relatie te bepalen, moet u ervoor zorgen dat de GNSS-ontvanger een onbelemmerd zicht in de lucht heeft. Met het instrument op het prisma vastgezet, beweegt u de meetstok vervolgens rond het instrument totdat de relatie tussen de GNSS-posities en lokale posities opgelost is. Er zijn minimaal vijf posities nodig, op ten minste vijf meter van elkaar en ten minste tien meter van het instrument verwijderd. U kunt het instrument het best in de TRK-modus hebben terwijl de relatie wordt opgelost. Als de geometrie en GNS-positionering nauwkeurigheid slecht zijn, hebt u meer dan vijf posities nodig om de relatie op te lossen. Een slechte GNSS-positionering nauwkeurigheid kan ertoe leiden dat er een onjuiste relatie wordt berekend.
TIP – Als u een projectie met alleen schaalfactor gebruikt
-
en u zich gedurende langere tijd in een slechte GNSS-omgeving bevindt, tikt u op pauze
om GeoLock te pauzeren en te voorkomen dat er nieuwe posities aan de GNSS-oplossing worden toegevoegd. Tik op afspelen
om GeoLock te hervatten en opnieuw punten toe te voegen aan de GNSS-oplossing. -
en GeoLock over goede data beschikt, kan het slechte data detecteren en buiten de berekeningen houden. Zijn er echter meer slechte dan goede posities, dan is het detecteren en uitsluiten van slechte posities moeilijker voor GeoLock. Als er te veel slechte data in de berekeningen is, is het mogelijk dat GeoLock niet klaar voor gebruik wordt. Wanneer dat gebeurt, gaat u naar een betere GNSS-omgeving en tikt u op Reset om de GeoLock positie te verwijderen. Herhaal het proces om de relatie tussen GNSS-posities en lokale posities op te lossen, zodat GeoLock weer klaar voor gebruik is.
NB –
- Om de GNSS status te bekijken, tikt u op GNSS op het scherm Doel functies. U kunt ook op het GNSS status scherm het prisma symbool ingedrukt houden.
- Als u een kalibratie uitvoert of de instellingen van het coördinatensysteem wijzigt, gaat de bestaande relatie tussen de GNSS posities en lokale posities verloren en moet die opnieuw worden berekend.
GeoLock gebruiken
Als GeoLock klaar is en Snap prisma ingeschakeld is, snapt het instrument doorgaans onmiddellijk naar het doel als er zich een doel in het Autolock zichtgebied bevindt. Als het instrument niet onmiddellijk snapt, voert 't het gekozen automatische gedrag uit om te helpen bij het vastzetten op het doel. Zie Instellingen voor doel functies voor meer informatie over wanneer het vastzetten verloren is gegaan.
Wanneer GeoLock met een Trimble ontvanger wordt gebruikt en een GNSS-meting is gestart, geeft een kruis de positie van de GNSS-ontvanger aan. Als u een andere ontvanger of een Trimble ontvanger gebruikt zonder dat de meting is gestart en er een GNSS-positie beschikbaar is, verschijnt er een satelliet symbool op de kaart. Als er een GNSS-positie beschikbaar is en GeoLock klaar is, verschijnt er een zwart satelliet symbool
. Als er een GNSS-positie beschikbaar is en GeoLock niet klaar is, verschijnt er een rood satelliet symbool
.
Om in een conventionele meting naar de GNSS positie te draaien, moet u zorgen dat er niets op de kaart geselecteerd is en houdt u kort ingedrukt op de kaart.In het menu dat verschijnt, selecteert u Draai naar GNSS om het instrument horizontaal naar de GNSS positie te draaien.
TIP – Er kan een betere GeoLock oplossing worden berekend als het instrument in de TRK-modus is en aan het begin van een meting op het doel is vastgezet terwijl dat zich gedurende 10-20 seconden verplaatst wanneer het zich op meer dan 10 meter van het instrument bevindt.