Een job aanmaken

U kunt een job aanmaken op basis van:

• de instellingen die voor het project zijn geconfigureerd (dit is de standaard instelling)
• een job sjabloon, inclusief de laatst gebruikte job in het huidige project
• een geïmporteerd JobXML- of DC-bestand

Een job aanmaken

1. Open het scherm Nieuwe job:

   • Wanneer u een nieuw project aanmaakt, verschijnt het scherm Nieuwe job automatisch.

   • Als u een nieuwe job in een bestaand project wilt maken, opent u het project vanuit het scherm Projecten. Tik op de pagina Jobs op Nieuw. Het scherm Nieuwe job verschijnt.

   TIP – Als u jobs liever opslaat in mappen in de projectmap, tikt u op in het scherm Jobs om een map in de projectmap te maken. Voer de Naam voor de map in en tik op Maken. Het pad van de map wordt boven aan het scherm Nieuwe job weergegeven.

2. Toets de Job naam in.
3. In het veld Aanmaken van:

   • Selecteer de optie Project instellingen om een job aan te maken op basis van de project instellingen. Dit is de standaard instelling.

     Het coördinatensysteem en de feature bibliotheek van het project worden naar de job gekopieerd.

     Deze optie is niet beschikbaar als er geen coördinatensysteem voor het project is geconfigureerd.

   • Selecteer de optie Sjabloon om de job te maken op basis van de instellingen van de laatst gebruikte job in het huidige project of van een job sjabloon.

     Alle job eigenschappen van de geselecteerde sjabloon of job worden naar de job gekopieerd.

   • Selecteer de optie JobXML of DC bestand om de job te maken op basis van een JobXML- of DC-bestand, geef vervolgens de bestandsindeling op en tik op het bestand te selecteren.

     Het bestand moet een van de volgende formaten hebben:

     • JobXML
     • SDR33 DC
     • Trimble DC v10.7
     • SC Exchange

     Als u het bestandsformaat niet zeker weet, selecteert u een willekeurig formaat, dat de software controleert wanneer die het bestand importeert.

4. Om de job eigenschappen te definiëren of te wijzigen, tikt u op de gewenste knop:
• Tik op Coörd.sys. om het coördinatensysteem voor de job te kiezen. Zie Coördinatensysteem.
• Tik op Eenheden om de eenheden en formaten voor numerieke waarden te kiezen. Zie Eenheden.
• Tik op Lagen manager om projectdata en jobbestanden te koppelen. Zie Lagen beheren met behulp van de Lagen manager.
• Tik op Feature bibliotheek om een feature bibliotheek aan de job te koppelen. Zie Objectenbibliotheek.
• Tik op Cogo instellingen om de coördinaten geometrie instellingen voor de job te bepalen. Zie Cogo instellingen.
• Tik op Extra instellingen om extra instellingen voor de job te bepalen. Zie Extra instellingen.
• Tik op de knop Mediabestand knop om mediabestanden aan de job of punten in de job te koppelen. Zie Mediabestanden.

5. Desgewenst kunt u een Referentie, Beschrijving, Waarnemer en Notities invoeren.

   TIP – Om standaard waarden in te stellen voor de velden Referentie, Beschrijving, Waarnemer, of Notities, gebruikt u een tekst editor om het bestand JobDetails.scprf in de map C:\ProgramData\Trimble\Trimble Data\System Files te wijzigen.

6. Druk op Accept. De job wordt geopend en de kaart verschijnt.

7. Als het project projectdata bevat, wordt de Lagen manager naast de kaart geopend. Gebruik de Lagen manager om de projectdata te selecteren die u voor de job wilt gebruiken. Zie Lagen beheren met behulp van de Lagen manager.

Wanneer u in een cloud project werkt, wordt job data automatisch ge-upload naar Trimble Connect wanneer de status van de job verandert, bijvoorbeeld naar Wordt uitgevoerd of Veldwerk voltooid. Als Trimble Access momenteel niet verbonden is met Trimble Connect, wordt de jobdata automatisch ge-upload de volgende keer dat Trimble Access met het internet verbonden is en u aangemeld bent met uw Trimble-ID. Zie Cloud-verbonden workflows voor meer informatie.